Verbondenheid – In gebed verbonden

Zo zijn we samen één lichaam in Christus. Romeinen 12:5

Verbondenheid is een rijk begrip. Het zegt alles over jou, en ook over jouw kijk op de mensen om je heen.

Ben je verbonden met jezelf? Dan weet je wat je behoeften zijn. En dat je grootste behoefte de ander is.
Ben je verbonden met Jezus? Dan weet je dat Hij je vrijmaakt van angst om afgewezen te worden. Hij leert je wat liefde is.
Ben je verbonden met anderen?
Kijk eens naar de volgende woorden. Denk bij elk woord aan de mensen met wie je verbonden bent.

  1. Je partner.
  2. Je gezin.
  3. Je familie.
  4. Je gemeente.

Stel je voor dat je met hen verbonden bent. Versterk je band door je in gedachten bewust met hen te verbinden.

  • Hechting (‘Ik ben gehecht aan …’)
  • Verbinding (‘Ik ben verbonden met …’)
  • Band (‘Ik heb een band met …’)
  • Steun (‘Ik vind steun bij … geef steun aan …’)
  • Erbij horen (‘Ik hoor bij …’)
  • Elkaar vasthouden (‘Ik houd …. vast’)
  • Geborgenheid (‘Ik vind geborgenheid bij … schenk geborgenheid aan …’)
  • Veiligheid (‘Ik voel me veilig bij … schenk veiligheid aan …’)
  • Bescherming (‘Ik word beschermd door … geef bescherming aan …’)
  • Vertrouwen (‘Ik krijg vertrouwen van … geef vertrouwen aan …’)
  • Troost (‘Ik vind troost bij … geef troost aan …’)
  • Rust (‘Ik vind rust bij …’)

Stiltetip – Verbind je weer bewust met Jezus. Verbind je ook met je geliefden. Dank God voor hen. Zie en zeg: ‘Dank U dat ik verbonden ben met …’