Wat Jezus in jou ziet

 

Jezus keek hem aan.

Johannes 1:42

Andreas neemt zijn broer Simon mee naar Jezus. Jezus kijkt Simon aan en geeft hem een nieuwe naam.

‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten’ (Joh. 1:42).

Dat doet Jezus: Hij schenkt je een nieuwe naam. Als Hij naar je mag kijken, komt naar boven wat Hij in jou ziet. In zijn aanwezigheid komt er een nieuwe schepping tevoorschijn.

 

De oude, natuurlijke, zondige mens wordt niet meer aangesproken, maar de nieuwgeboren, geestelijke mens. Als Jezus je aankijkt en aanspreekt wordt die tot leven geroepen en gevoed. De oude mag je als dood beschouwen.

 

Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees (2 Kor. 5:16).

Van alle discipelen denken we dat we Petrus het beste kennen. Maar Jezus kent hem beter. Wij zeggen dat hij een praatjesmaker was, een haantje de voorste, een impulsieve, emotionele man. Maar Jezus zag een rots. Kefas is de Hebreeuwse naam voor Petrus en dat betekent ‘rots’ (Joh. 1:42). Simon is voortaan Petrus.

Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen (2 Kor. 5:17).

Jezus komt met een nieuwe naam voor jou. Omdat Hij met een nieuwe schepping komt. Hij kent je niet meer in je zonde en je zondige natuur, maar in zichzelf. Zo kijkt Hij naar jou. Kijk dan ook terug naar Hem en zie jezelf in Hem weerspiegeld. Zie je nu zijn glans? Blijf kijken, blijf die glans opvangen. Oefen zo je nieuwe naam (2 Kor. 3:18)!

Johannes 1:35-51