De kettingreactie van genade

‘Wij hebben de messias gevonden!’

Johannes 1:41

Andreas was een leerling van Johannes de Doper, maar hij wordt een van de twaalf discipelen van Jezus. Johannes de Doper had op de zonde gewezen en benadrukt dat je je moet bekeren, omdat het koninkrijk van God in aantocht was (Mat. 3:2). Maar Jezus is anders: Hij kent de oplossing voor het probleem van de zonde. In Hem is Gods koninkrijk tastbaar aanwezig, dat merk je direct als je met Hem kennismaakt. Daarom kapt Andreas met de Doper en gaat hij verder met Jezus.

 

Andreas is op zoek naar het beste. Daarom kiest hij voor Jezus, direct na zijn gesprek bij Hem thuis (Joh. 1:35-39). Maar hij gunt dat ook aan anderen. Dus brengt hij zijn broer Simon bij Jezus.

Hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de messias gevonden’ (dat is Christus, de ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus (Joh. 1:41).

Andreas is een spontane man, die zich graag door de waarheid laat overtuigen. Hij kiest resoluut voor Jezus en betrekt daar direct zijn broer in. Want als hijzelf bij Jezus welkom is, dan zijn broer toch ook. Jazeker, hij heeft het goed aangevoeld: Jezus’ genade sluit niemand uit.

En zo ontketent Andreas een kettingreactie van genade. Ooit kwam hij zelf bij Jezus thuis. Toen nam hij Simon mee. Ze worden allebei een van de twaalf discipelen. In Openbaring zie je ze terug bij de twaalf apostelen waarop het fundament van het nieuwe, hemelse Jeruzalem is gebouwd (Op. 21:14). Dat is de plek waar alle mensen thuiskomen die Jezus liefhebben.

Het begon ooit met Johannes en Andreas. Er volgde een hele menigte. Inmiddels ben jij ook bij Jezus thuisgekomen – en wie weet wie weer door jou.

Johannes 1:35-51