61 Weg uit de eenzaamheid

Er is onnoemelijk veel eenzaamheid in de wereld. Weinig mensen weten van vriendschap een levenskunst te maken. We worden ook zo gemakkelijk teleurgesteld. Toch mogen we moed vatten. God is een God van relaties. Hij wil niets liever dan ons gelukkig zien met vrienden. (Leestijd 11 minuten)

Vriendschap. Sommige mensen hebben hun mobieltje als enige vriend, anderen een huisdier, het werk, de televisie of een 06-lijn. Het zijn allemaal vrienden waar je je geen buil aan kunt vallen. Ze zijn voorspelbaar en je wordt niet gekwetst in je emoties. Veilig. Maar ook leeg. Zonder intimiteit, zonder directe betrokkenheid. Er klinkt geen reactie…

Versnipperd
We leven een versnipperd leven. Thuis zijn we iemand anders dan op ons werk. Tijdens een receptie gedragen we ons anders dan op het voetbalveld. Bij de dokter vertellen we een ander verhaal dan bij de personeelschef. Voortdurend zijn we ons bewust van vreemde ogen in onze rug. Nergens zijn we echt onszelf. Het is een vreemd verschijnsel dat we zelfs tijdens de intiemste momenten van ons leven te maken krijgen met buitenstaanders, zodat we ook dan gedwongen worden om een rol te spelen. Bij een huwelijksvoltrekking, bij een bevalling, bij ernstige ziekte of overlijden. Het moderne leven is opgeknipt in segmenten waarin steeds iets anders van ons wordt verwacht. We zijn vervreemd van onszelf en van onze omgeving. We zijn vereenzaamd.

Hoe alleen zal Jona geweest zijn in de walvis? Mensen die lang alleen zijn, raken het vermogen kwijt om hardop te lachen. De lach van herkenning is zoek. Een goed gesprek? Je kunt praten wat je wilt, maar als niemand luistert, verliezen de woorden hun betekenis. Een mens moet praten, een mens wil praten, een mens is pas echt mens als hij in gesprek is met andere mensen. Maar dan moet hij wel zichzelf kunnen zijn en geaccepteerd worden zoals hij is. Een mens praat pas als zijn afweersysteem niet in stelling gebracht hoeft te worden. Als er vertrouwen is. Vertrouwen schenken zit in de natuur. Denk aan de onbevangenheid van een kind. Pas na teleurstellingen wordt je vertrouwen geschaad. Dan ontstaat er angst voor de ander. Die angst kun je camoufleren door een trotse houding, maar je bent je vertrouwen kwijt. De woorden die nu nog klinken, dienen slechts ter verdediging.

Verweer
In wie was Adam teleurgesteld, dat hij zich ging verweren? Hij was teleurgesteld in zichzelf. Hij dacht aan God gelijk te kunnen worden, maar hij bleek een miserabel stofje mens te zijn. Hij komt tot die trieste ontdekking in Genesis 3 vers 10, als hij zegt: “Ik werd bang omdat ik naakt ben, daarom verborg ik me.” En daar begint de eenzaamheid. De aarde keert zich tegen hem. Er ontstaat verdeeldheid tussen hem en zijn vrouw. En ook zijn omgang met God is niet meer vanzelfsprekend.

De mens wordt weggestuurd van Gods aangezicht. Weg uit de hof, om de aardbodem te bewerken. Dat is ogenschijnlijk een troost: de mens hoort immers bij de aarde, hij is Adam uit adama, aardman uit de aardbodem. En zo ervaren veel mensen het ook: jezelf verliezen in je werk kan heel bevredigend lijken. Maar als je jezelf kwijt bent, kan niets je eenzaamheid verdrijven. Alleen de omgang met God kan de mens terugbrengen bij zichzelf en hem uit zijn isolement helpen.

Maar de hof wordt afgesloten. De mens wordt eruit verdreven: weg uit de heilige, afgeperkte plaats waar een zachte fluistering al voldoende was om een hartsrelatie met God te onderhouden. Cherubs houden de wacht om geen enkel zondig wezen door te laten. Vurige wezens bewaken de weg naar Gods heiligdom, zoals ze later de ark van het verbond bewaken en daar op het verzoendeksel te vinden zijn. Wat heeft dat te betekenen? Er is verzoening nodig om weer voor God te kunnen verschijnen. God voorziet in die verzoening. Dat bewerkt Jezus. Hij deelde onze eenzaamheid toen hij riep aan het kruis: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?” Die noodkreet hoeft niemand van ons meer te slaken. Jezus droeg de uiterste consequentie van onze rebellie, zodat wij die totale eenzaamheid niet meer hoeven te ondergaan. Hij is de weg naar God, de deur naar de omsloten ruimte waar een heilig God optrekt met geheiligde mensen. In Jezus worden wij geheiligd. Hij biedt ons opnieuw de toegang tot de hof met de boom des levens aan, waar we mogen leven in Gods nabijheid. Er is een weg terug.

De terugweg
Is de hof uit Genesis dan niet verdwenen? Nee, hij wordt bewaard in de hemel. Jezus zegt tegen de misdadiger aan het kruis: “Nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.” De hof is een hemelse werkelijkheid die klaarligt om straks op aarde vervuld te worden. Heel de bijbel spreekt ervan dat de mens bestemd is voor een aarde waar God bij de mensen zal wonen. Onze omgang met God, hoe beperkt we die soms ook ervaren, zegt ons dat er een toekomst voor ons is weggelegd, waar we in alle vrijheid met God mogen omgaan en in vrede met elkaar. Onze eenzaamheid hoeft geen eeuwigheid te duren!

We zagen dat Adam teleurgesteld raakte in zichzelf en dat hij zich daarom afsloot voor een open relatie. In feite is dat het begin van elke vervreemding: de teleurstelling in jezelf. Omdat je jezelf kwijt bent, wordt het onmogelijk om de ander nog te vinden.

De eerste stap om uit de eenzaamheid te komen, is dat God je vindt en je mag vertellen wie je bent. God zegt ‘ja’ tegen je. Hij heeft het duidelijk gezegd: Jezus is zijn ‘ja’. Als je weet dat God je volmondig accepteert en aanneemt als zijn kind, leer je jezelf te accepteren en je aan hem over te geven. Je levert je afweermechanismen in. Dat maakt je klaar om ook anderen te accepteren. De angst om iets van jezelf prijs te geven of iets aan te nemen van de ander verdwijnt. Het grote gebod om de ander lief te hebben als jezelf treedt in werking. Wie God liefheeft, leert zichzelf lief te hebben en kan daardoor ook meer van de ander gaan houden.

God van relaties
Jona bleef in gesprek met God en stapte uit de walvis. Hij mocht leren dat God uit is op verzoening en herstel in relaties. God is een God van relaties. Hij is uit op verzoening. Met die wetenschap kunnen we met meer moed relaties aangaan en onszelf geven, ook aan jongere en oudere generaties. Geloven we erin dat alles tot op de bodem bespreekbaar is? Willen we ons uitspreken, of is elk gesprek ten dode opgeschreven? Sommige mensen zijn bang dat zij hun eigen uniciteit verliezen als ze zichzelf blootgeven. Maar angst is nooit een goede leidraad in relaties. Je gaat uit bezorgdheid om jezelf in de verdediging. Omdat je bang bent om iets van jezelf te verliezen, doe je je best om het van de ander te winnen. Dat maakt je trots en onverdraagzaam. Weg is de openheid om te geven en te ontvangen. Een goede relatie vraagt erom dat je je kwetsbaar opstelt.

Sommige mensen hebben al zo lang een intieme relatie met elkaar, dat zij zelfs elkaars dromen dromen (mijn vrouw en ik dromen regelmatig over dezelfde thema’s). Maar mag je jezelf wel binden aan iemand anders? Staat dat niet jouw liefde tot God in de weg? Integendeel, God wil niets liever. Je volgt de Meester, die huilde over Jeruzalem en bij het graf van een vriend. Hij hield van al zijn volgelingen, maar op een speciale manier van die ene discipel. Hij kon zich binden aan mensen; daarom zei hij ook met zoveel pijn: “Zij hebben mij allemaal verlaten.” Wie heeft ontdekt wat God met liefde bedoelt en daarop ingaat, neemt het verdriet van onvolmaakte relaties op de koop toe.

Het is onmogelijk om iemand te veel lief te hebben. Jezus gaf uit liefde zelfs zijn leven. Als je liefde voor iemand je liefde tot God bedreigt, komt dat niet door je liefde voor de ander, maar door je gebrek aan liefde voor God. Als God de eerste plaats krijgt in je leven, kun je op een zuivere manier van de ander houden.

God en jij en ik
God wil je in zijn armen sluiten. Zodra je hem in de ogen kijkt, weet je dat alles draait om relaties. Gastvrij zijn. Meeleven. Lachen en huilen met de ander. Vriendelijkheid geven. Barmhartigheid tonen. Trouw blijven. Het zijn de kenmerken van iemand die leeft met God. Werk of genot, geld of aanzien of kennis is allemaal ondergeschikt aan relaties. Mensen krijgen prioriteit. Ouder of jonger, je voelt je tot hen aangetrokken.

“Adam, waar ben je?” Ik wil ingaan op Gods uitnodiging om uit mijn isolement te komen. God zegt ‘ja’ tegen mij en dat helpt me om ook ‘ja’ te zeggen tegen de mensen rondom me, in het huwelijk, in het gezin, onder vrienden. Als ik mij aandacht richt op Hem, zal Hij zeggen: ”Kijk nu ook de mensen om je heen maar eens goed aan.” En dan het opmerkelijke: in mijn omgang met mensen ontdek ik meer van God. God en mensen, die twee versterken elkaar. Intussen gebeurt er ook nog iets met mezelf: ik leer mezelf beter kennen, omdat ik dankzij de ander grondig in de spiegel kan kijken. God, de ander en ik, die drie beïnvloeden elkaar wederkerig. Dat is het geheim van de gemeente van Jezus Christus. We geven elkaar de richting aan die we mogen gaan. Dat is ook het geheim van generaties. We helpen elkaar verder op onze levensweg met de God van relaties, de God van generaties. Het is de weg van Jezus, die jou en mij telkens weer zal wijzen op de liefde, de weg uit de eenzaamheid.

Ik weet het: je kunt je soms knap alleen voelen, door iedereen vergeten en behoorlijk onbegrepen. Ik ken die gevoelens ook. Maar zelfs op van die grijze dagen weet ik beter. Onze eenzaamheid is maar tijdelijk. God en jij en ik gaan samen langer mee.

Willem de Vink