William Kentridge – City Deep

 

 De tegendraadse liefdemacht

Het is een opgave om elkaar te vinden en niet te veroordelen. Daarom heeft de wereld behoefte aan geëngageerde en bewogen kunstenaars. William Kentridge (1955) vind ik daar een goed voorbeeld van. Uit het ongepolijst figuratieve werk van deze Zuid-Afrikaan spreekt een diepe bewogenheid met de actualiteit.

Kentridge groeide op in Johannesburg tijdens het apartheidsregime. Zijn ouders waren als advocatenechtpaar betrokken bij de slachtoffers van achterstelling en geweld. Met zijn Joodse wortels staat hij als derde partij tussen zwart en wit in. Dat geeft hem de mogelijkheid om zich ongedwongen te uiten over gevoelige kwesties. Hij doet dat door gebruik te maken van allerlei disciplines, van tekenwerk tot film en theater.

Ik heb William Kentridge leren kennen door zijn stop-motion animaties van houtskooltekeningen. Hij toont daarin beelden van een rauwe Afrikaanse werkelijkheid. De kunstenaar filmt zijn tekenwerk tijdens het wordingsproces in sequenties van enkele seconden, zodat er een schokkerige film ontstaat. Vanuit het schetsen, weggummen en toevoegen word je als kijker meegenomen in een verhaal dat hij met langzaam veranderende beelden vertelt. Het levert een ervaring op van een verglijdende tijd vol herinneringen die je niet in de hand hebt. Niets blijft wat het was, niets wordt wat je zou verwachten. Alleen de onbeholpen en vaak zelfs gewelddadige manier waarop mensen met elkaar omgaan blijft hetzelfde.

Films van Kentridge zijn in musea en op you tube te vinden, maar hij breidt ze ook uit tot levende voorstellingen. Om tot een totaalervaring te komen projecteert hij zijn animaties op de achterwand van een podium, terwijl ervoor muziek, dans, schimmenspel en gesproken tekst worden uitgevoerd. In het klein vertoont hij trouwens ook wel mechanisch bewogen voorstellingen in kijkdozen.

Kentridge vertelt met zijn unieke kunst verhalen over onderdrukking, ontworteling en geweld. Zo leerde ik door zijn werk wat Britten en Duitsers in hun Afrikaanse kolonies met de oorspronkelijke bevolking hadden gedaan, voordat de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog hetzelfde in Europa zouden doen met de Joden. Het hielp me om inzicht te krijgen in wat kolonialisme heeft aangericht en waar macht überhaupt op uit kan draaien.

Macht is de onbedwingbare drang van mensen om belangrijk te willen zijn. Die neiging gaat ten koste van anderen. Daarom leidt macht eigenlijk altijd tot machtsmisbruik. Op bovenstaande tekening in zwart-wit uit een van Kentridge’s films zien we twee figuren met een verschillende achtergrond. Het bord tussen hen in vertoont een rood randje. Wie eet wie op?

Anderen vernederen en veroordelen roept een onbedwingbare hartstocht bij ons op. Kentridge maakt dat in zijn Afrikaanse context ongenadig zichtbaar. Als ik de machtsfactor in zijn werk doordenk, kom ik onwillekeurig uit bij Jezus. Zijn kijk op macht is radicaal anders dan wij gewend zijn. Hij zei van zichzelf dat Hij alle macht had, maar Hij gebruikte die om zichzelf te vernederen en zijn leven af te leggen. Daarmee stelde Hij onze mateloze machtswellust aan de kaak. Wij veroordelen elkaar en menen daarmee ons gelijk te halen. Jezus toonde ons ongelijk aan, omdat Hij als enige nooit veroordeeld had mogen worden, maar om vergeving bad toen dat toch gebeurde.

‘What will come (has already come)’ heet een van Kentridge’s films. Wat hij ons toont lijkt ons noodlot: de geschiedenis draait als een carrousel rond en rond en loopt altijd weer uit op vernedering, uitbuiting en uitstoting. Jezus daarentegen ontkracht de machten die ons bestaan beheersen. Hij zet ze te kijk met zijn onvoorwaardelijke liefde.

Jezus’ macht is liefdemacht, waarmee Hij onze oordeelsdrang kan veranderen in nederigheid en onze heerszucht in dienstbaarheid. Hij zegt: ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de ander moeten dienen.’ Dat schept beelden die we te weinig zien.

William Kentridge (1955): Still uit de 35 mm stop-motion animatiefilm City Deep (2020), de elfde in de serie Drawings for Projections waar Kentridge sinds 1989 aan werkt, gemaakt met houtskool, pastel en kneedgum.

Doorlezen: Matteüs 20:20-28; Marcus 10:32-45; Johannes 13:12-17; Johannes 3:17-21; Johannes 5:22-24; Filippenzen 2:3-11.

Willem de Vink