William Blake – Job en zijn ‘vrienden’

Op wie kun je rekenen in je lijden?

Kunstenaars zijn visionairs: zij zien wat anderen niet zien. William Blake was dat heel uitgesproken. De Brit gebruikte al zijn talenten – tekenen, schilderen, schrijven – om zijn visie te kunnen overdragen.

Blake illustreerde Milton, Shakespeare, Dante en Openbaring. Ook zijn eigen proza en poëzie voorzag hij van illustraties. Hij werd daarbij geholpen door zijn vrouw Catherine. Hoogtepunt in zijn tekenwerk zijn de series illustraties van het bijbelboek Job. Daar begon hij al aan in 1785. In 1805-06 en 1821 werkte hij 21 aquareltekeningen uit. Uiteindelijk verscheen van Job in 1826 een bundel met 22 zwart-witte gravures in druk.

William Blake was een onafhankelijk denker. Hij zocht naar christelijke spiritualiteit en zag een wereld voor zich die beheerst werd door creativiteit, verbeelding en liefde, in plaats van door berekening en macht. De kunstenaar vereenzelvigde zich met Job, omdat hij niet werd begrepen. Zijn profetische visioenen vol symbolen waren dan ook best ingewikkeld. Maar de plaat die we hier zien is duidelijk genoeg.

We lezen in de Bijbel dat Job rijk was en een goede reputatie had. Maar nadat hij ramp na ramp had meegemaakt was hij alles kwijtgeraakt. Alleen zijn vrouw had hij nog, al klaagde die alleen maar dat God hen verraden had. Job kreeg ook nog last van zweren, die zo jeukten dat hij zich met potscherven moest krabben. Ze stonken zo dat hij zich op een vuilnisbelt terugtrok. Daar zochten drie vrienden hem op om hem te beklagen. We zien dat hier uitgebeeld.

Het bijbelboek Job geldt als een monument in de wereldliteratuur. Het draait hoofdstukken lang om de vraag of God wel rechtvaardig is. We luisteren naar de gesprekken van de zes sprekers (Job, zijn drie vrienden Elifaz, Bildad, Sofar, de vierde vriend Elihu en God) die gaan over de vraag waarom er lijden in de wereld is. In al die gesprekken draait het om vergelding. Wie goed doet mag voorspoed verwachten, wie slecht doet heeft straf verdiend. De vrienden geven Job de schuld van zijn lijden. Job geeft God de schuld, want hij vindt dat hij nooit iets verkeerds heeft gedaan. Blake heeft dat hier mooi weergegeven met het vingerwijzen van de drie mannen naar Job, terwijl Job naar God opkijkt met een houding die zijn onschuld moet benadrukken. Waarom moet ik lijden als ik alleen maar goed heb gedaan, lijkt hij te vragen. Wat heeft het leven dan voor zin, dan kan hij net zo goed dood zijn.

Na lang heen en weer praten stapt er een vierde man de gesprekskring binnen. Hij is jonger dan de rest en claimt dat hij van God komt. In een andere tekening van Blake zien we hoe deze Elihu met een gebaar de mannen met hun aanklachten maant om te zwijgen en naar de hemel wijst. ‘Het is verre van God om kwaad te doen,’ zegt hij. ‘Maar je hebt een pleitbezorger nodig, Job. God zal een losgeld voor je zoeken, omdat Hij je goed gezind is. Dan zul je in eer hersteld worden.’ Deze woorden hebben zo’n sterke invloed op Job dat hij tegen het einde van het boek zelf een pleitbezorger voor zijn vrienden wordt. Daaraan voorafgaand heeft hij duidelijk gemaakt dat hij verkeerd sprak over God, maar dat hij nu ziet wie God werkelijk is. De tekening bij deze tekst noemde Blake ‘The Vision of Christ’.

Het boek Job brengt op dramatische wijze het thema onder woorden waar het in heel de Bijbel om draait. God zoekt naar iemand die kan instaan voor andere mensen. We krijgen in het boek Job geen antwoord op de vraag waarom we moeten lijden. Wel horen we dat er iemand voor ons in wil staan. Wie dat gelooft heeft God gezien.

William Blake (1757-1827): Job terechtgewezen door zijn vrienden (tekening 10), omstreeks 1805, pen en waterverf op papier, 19,8 x 15,2 cm, Tate, Londen.

Doorlezen: Job 12:4; Job 32 en 33; Job 42; Zacharia 3:1-5; Johannes 14:6; Hebreeën 8:6,  9:15; 1 Timoteüs 2:5-7; 2 Korintiërs 5:21.

Willem de Vink