Woeste wolven en tovenaars

 

Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van onze Heer Jezus Christus.

Galaten 1:3

Niet alleen Jezus waarschuwt tegen wetticisme, Paulus doet dat ook. In elke brief die hij schrijft rekent hij wel af met een of meerdere aspecten van de wet. De juridische wet (van vergelding: oog om oog, tand om tand). De rituele wet (de offerdienst met zijn feestdagen). En de ethische wet (doe goed wie jou goed doet, doe slecht wie jou slecht doet).

 

 

Paulus kan flink tekeergaan tegen genaderovers. Nadat hij drie jaar in Efeze heeft gewerkt, neemt hij op het strand afscheid van de gemeenteleiders. Hij vertelt nog eens hoe het evangelie van genade het welzijn van alle mensen ten goede komt. Hoe je alleen daardoor vertrouwd raakt met Gods wil. Vervolgens waarschuwt hij voor genaderovers, die hij woeste wolven noemt. Hij is niet bang voor ze, maar vertrouwt de gemeente toe aan het evangelie van genade, waardoor heel Gods erfenis beschikbaar komt (Hand. 20:20-32).

In zijn brief aan de Galaten waarschuwt hij nog feller tegen mensen die het evangelie van genade ondermijnen. Vervloekt zijn die, schrijft hij (Gal. 1:7-9). Mensen die de wet de gemeente binnen willen brengen noemt hij mensen die anderen willen betoveren. De wet richt je op je eigen kracht. Hij ontneemt je het zicht op de gekruisigde Jezus en zijn volmaakt volbrachte werk. Je wordt beroofd van de kracht van de heilige Geest (Gal. 3:1-5). De wet was maar een tijdelijke bewaking. Nu leef je vrij als kind van God met de kwaliteiten van Jezus.

Omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven (Gal. 4:6).

Tip – Lees de Galatenbrief eens helemaal in één keer.

Matteüs 15:1-20 Marcus 7:1-23