Verbondenheid – Ruth en Boaz

Toen het etenstijd was zei Boaz tegen haar: ‘Kom maar hier en neem een stuk brood en doop het in de wijn.’
Ruth 2:14

Kijk eens wat liefde en respect doen.
Ruth is een buitenlandse vrouw. Ze zorgt voor haar schoonmoeder, omdat alle mannelijke familieleden zijn overleden. Tijdens de gersteoogst gaat ze aren rapen op het veld. Nog voordat ze iets gezegd heeft, heeft de landeigenaar gezien waar ze behoefte aan heeft. Ze mag terugkomen om haar werk te doen. Intussen zal hij haar beschermen. Ze mag ook mee-eten met zijn landarbeiders. Die genade beantwoordt ze met respect.

Ze knielde, boog diep voorover en zei: ‘Waaraan heb ik het te danken dat u zo goed voor mij bent, terwijl ik toch maar een vreemdeling ben?’ (Ruth 2:10).

Boaz herkent in Ruth een vrouw die met God verbonden is. Haar respect wekt bij hem liefde op. De volgende keer geeft hij haar zes keer zoveel mee naar huis, zonder dat ze er iets voor hoeft te doen.
Ruth doet een beroep op Boaz’ positie en rijkdom. Ze vraagt of ze met haar schoonmoeder door hem vrijgekocht kan worden uit hun schulden. Dat wekt bij Boaz nog meer liefde op:

‘Moge de HEER je zegenen, mijn dochter,’ zei hij. ‘Dit getuigt van nog meer trouw dan wat je voorheen al hebt gedaan. Daarom, mijn dochter, wees niet bang. Ik zal doen wat je van me vraagt, iedereen in de stad weet immers dat je een bijzondere vrouw bent’ (Ruth 3:10).

Boaz gaat zelfs verder: hij trouwt met haar en maakt hun vreugde compleet door zijn schoonmoeder een kleinzoon te schenken. Genade wordt zo van geslacht op geslacht doorgeven: hun achterkleinzoon is David.

Wink – Liefde en respect in het huwelijk geeft nieuwe generaties hoop.