Openbaring draait om Jezus

Openbaring van Jezus Christus.
Openbaring 1:1a


Als je Openbaring leest, kun je bang worden van alle oordelen die op je afkomen. Zouden die jou kunnen treffen? Toch heb je dan niet begrepen waar het in dit bijbelboek om gaat.

Openbaring is geen boek van een oudtestamentische onheilsprofeet. Het staat middenin het Nieuwe Testament, ook al gebruikt het oudtestamentische symbolentaal.

Openbaring is het boek van Jezus. Het maakt op een bijzonder beeldrijke manier bekend wie Jezus is (Op. 1:1-2). Het geeft allerlei beelden uit het Oude Testament een nieuwe invulling. Je krijgt via deze symbolen een openbaring van wat Hij aan het kruis heeft bereikt.

Alles wat in dit boek staat, moet je lezen vanuit het perspectief van wat Jezus eens en voor altijd definitief en perfect aan het kruis heeft volbracht. ‘Want getuigen van Jezus is profeteren’ (Op. 19:10b).  

Profeteren is in het Nieuwe Testament dus niets anders dan getuigen van Jezus. Alles wat profetie heet, wijst naar Hem. Openbaring is geen glazen bol voor waarzeggers, die je wel even zullen vertellen hoe nu of in de toekomst het ene op het andere oordeel volgt. Het is een boek over Jezus voor alle tijden. Als het in Openbaring over oordelen gaat, zijn dat de oordelen die op het moment dat Jezus aan het kruis stierf zijn uitgevoerd. De bazuinen, de schalen en al die beeldrijke beschrijvingen herhalen steeds dezelfde feiten: God heeft de zonde aan het kruis veroordeeld, maar in Jezus ook redding aangeboden. Hij heeft op dat moment overwonnen.

We leven in genadetijd: we mogen zeker zijn van onze redding. God blijft niet oordelen, want Jezus kwam tussenbeide. Het enige wat nog moet volgen is een definitieve oordeelsdag, waarin mensen die Jezus  verwerpen zullen worden veroordeeld (dat lees je in de laatste drie hoofdstukken van dit bijbelboek).