Anderen vergeven

Laat uw koninkrijk komen.
Matteüs 6:10a


Mensen die Gods genade kennen staan náást anderen. Ze weten dat iedereen afhankelijk is van zijn onverdiende gunst, zoals zij dat zelf zijn. Wettische mensen daarentegen staan tegenóver anderen. Ze nemen anderen de maat.

Ze zijn kritisch, niet snel bereid te vergeven, hard, bekrompen. Ze leggen de nadruk op schuld en schaamte en zullen je altijd laten voelen dat je eigenlijk te min bent om aan de norm te voldoen. Zelf zijn ze trots, want ze weten precies hoe goed ze zich aan de regels houden (denken ze).

Het christendom kent veel van zulke mensen. Hun imago is wereldberoemd. Buitenstaanders denken van hun God dat die alleen maar straft.

Maar als we het veelgebeden Onze Vader serieus nemen, zullen we doordrongen raken van Gods genade. Als de naam van onze Vader in de hemel geheiligd wordt en zijn koninkrijk komt en zijn wil gedaan wordt op aarde zoals in de hemel, dan zullen Gods kinderen op vergeving uit zijn, zoals de Vader dat is.

Want dat is precies de clou van dit gebed. Het Onze Vader eindigt namelijk niet met ‘amen’, maar het krijgt een vervolg. ‘Want!’ vervolgt Jezus. ‘Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven,’ zegt Hij in één adem door. Hij maakt het Onze Vader tot een voorbeeldgebed van vergeving, waarin de genade zegeviert. Als we echter de ander de maat blijven nemen, staan we Gods genade in de weg. ‘Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader je misstappen evenmin vergeven’ (vers 14).

Begrijp je dit gebed? Kén je niet alleen het Onze Vader, maar ook onze Vader?

Ben je doordrongen van Gods genade, dan gun je die ook aan de ander. Zo sta je niet tegenóver mensen, maar náást hen.