Antoni Gaudi – Sagrada Familia

Mag ons voorstellingsvermogen meehelpen om te aanbidden?

Zolang ik me kan herinneren had ik buiten de kerk sterkere ervaringen van Gods grootheid dan binnen de kerk. Mijn vrouw Marian en ik namen bijvoorbeeld deel aan een internationale conferentie van christelijke leiders die wel konden praten, maar geen idee hadden hoe ze moesten aanbidden. Dat was in Spanje. Nu we daar toch waren, besloten we na afloop in Barcelona de Sagrada Familia van Antoni Gaudí te bezoeken. Voor de architect stond zijn monument (waar hij in 1882 aan begon) symbool voor een organisch huis van God, altijd in aanbouw (want op aarde nooit af). Er wordt inderdaad nog steeds aan gebouwd.

Voor het betreden van het immense portaal kregen we al direct de indruk dat alles aan dit bouwwerk getuigt van Gaudí’s geloof, omdat we een ingang door moesten die versierd was met bijbelteksten, waaruit de naam Jezus in goud tevoorschijn sprong. Toen we binnen door de enorme ruimtes dwaalden, werden we omsloten door allerlei organische vormen waaruit de nissen, trappen, pilaren, ramen en dakgewelven waren opgebouwd. We merkten op dat alle bouwsels op de een of andere manier omhoog wezen, alsof alles zich uitstrekte om de Schepper te prijzen. Voortdurend werden we betoverd door het spel van natuurlijk licht dat op veel manieren het bouwwerk binnenviel. We lieten ons meevoeren in vormentalen, symbolen, lichteffecten en ruimtelijke ervaringen, totdat we letterlijk waren opgeklommen tot de hoogste toppen van aanbidding in de torens.

Er vlogen spreeuwen rond. Ik moest denken aan Psalm 91, waar een bouwwerk beschreven wordt waarin vogels als ik zich veilig kunnen voelen.

Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
En overnacht in de schaduw van de ontzagwekkende
Zegt tegen de HEER: Mijn toevlucht, mijn vesting,
Mijn God, op wie ik vertrouw.
Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger
Hij zal je beschermen onder zijn vleugels,
Onder zijn wieken vind je een toevlucht,
Zijn trouw is een veilig schild.

Er kwam spontaan aanbidding in me op. Volgens mij was dit ook wat Gaudí met zijn kunststuk wilde: dat het een kathedraal van lofprijzing zou zijn. Zo’n intense opwelling van aanbidding en ontzag, waarom heb ik die niet ervaren op de leidersconferentie die we net achter de rug hadden, en bijna nooit in enige kerkdienst? Misschien omdat mijn verbeelding niet werd aangesproken. Voordat we kunnen aanbidden moeten we geholpen worden om voor ons te zien waarin we geloven. De Israëlieten zagen een tabernakel voor zich en allerlei attributen. Daarna klonk het woord, dat betekenis gaf aan wat zichtbaar gemaakt was. Waarop de muziek volgde. Vanuit die volgorde kwam bij de deelnemers aan het geloofsritueel aanbidding los.

Wij hebben niet per se bouwwerken nodig om ons Gods goedheid te kunnen voorstellen. Maar ons voorstellingsvermogen moet wel aangesproken worden om ons te kunnen verwonderen over die goedheid. Mogen deze beeldmeditaties tot aanbidding leiden.

Antoni Gaudi (1852-1926), Sagrada Famila, 1882 – heden, Barcelona.

Lees ook: Exodus 29:43; Psalm 91; Handeling 17:24-27.

Willem de Vink