Benjamin, het gelukskind

‘Troost je: je hebt er een zoon bij!’
Genesis 35:17


Zin om je vandaag opnieuw te laten verrassen door de paralellen die we kunnen trekken tussen Genesis, Jezus en jou?

Let eens op Benjamin. Hij speelt een belangrijke rol in het leven van Jozef. Toen Jozef geboren werd, had zijn moeder Rachel de wens uitgesproken dat God haar er nog een zoon bij zou geven (Gen. 30:24). Maar de bevalling is zwaar. Daarom noemt ze de baby Ben-Oni (‘ongelukskind’). Jakob ziet echter hoeveel geluk er op dit kind rust. Zowel Jozef als Benjamin zijn namelijk dankzij Gods genade geboren, omdat hun moeder onvruchtbaar leek. Daarom houdt Jakob extra veel van hen. Zijn jongste zoon noemt hij dan ook Ben-Jamin (‘gelukskind’).

Benjamin wordt dus geboren uit Rachel. Haar naam betekent ‘ooi’. Ze sterft als de jongen geboren wordt. Je mag hier een heenwijzing in zien naar Jezus, die als een schaap, een ooi, zou sterven – om veel nakomelingen te kunnen zien (Jes. 53:7,10).

Benjamin wordt als enige van alle broers in het beloofde land geboren. Bij Efrat, dat ‘vruchtbaar’ betekent, in dezelfde landsstreek waar later Jezus geboren zal worden (Efrata). Een vruchtbare plek, want hier wordt het broertje van Jozef geboren, en hier start God ook met Jezus zijn koninkrijk (Gen. 35:16-18, Micha 5:1).

Zijn dit opmerkelijke feiten of niet? Waar verwijzen ze naar? Als Jozef een voorafschaduwing van Jezus is, dan is Benjamin een typebeeld van iedereen die na Jezus geboren wordt. Jozef betekent ‘God vermeerdert’ – en dat doet Hij om te beginnen met Benjamin, de eerste die wordt geboren in het beloofde land.

Geboren in het beloofde land? Maar dat slaat op jou en mij. Wij zijn dankzij Jezus opnieuw geboren, in Gods koninkrijk, het beloofde land. Wij zijn inderdaad van die gelukskinderen, extra geliefd door de Vader: de Benjamingeneratie!