Blij zijn moet, en dat is nog leuk ook

Wees altijd verheugd.
Filippenzen 4:4b


Blij zijn is een must. Het is een bijbelse opdracht. Doe het! Wees blij!
Het lijkt niet eerlijk om blij te zijn als je je niet zo voelt. Maar het is wel eerlijk om prioriteiten te stellen.

Het is eerlijk dat je ondanks je gevoel op zoek gaat naar alles wat God voor je heeft gedaan. Het is ook eerlijk om je gevoel van dankbaarheid en blijdschap daarover tot uitdrukking te brengen. Dat Hij dichtbij is, is belangrijker dan alle ellende waar je in zit, al het verdriet dat je meemaakt, alle gevoelens die op en neer gaan.

Paulus had het allemaal meegemaakt: gevangenschap, ziekte, armoede, honger en mensen die hem verlieten. Hij zat er midden in. Toch heeft hij het in zijn gevangenisbrief aan de Filippenzen op vier bladzijden zestien keer over blijdschap. En hij lanceert deze opdracht: ‘Ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd’.

Blijdschap kun je inderdaad beoefenen. Het is mogelijk de zekerheid van de geloofsfeiten die in ons hart opgeborgen liggen naar boven te halen en uit te stallen in ons bewustzijn. De dankbaarheid die daarmee opborrelt, brengt vanzelf blijdschap teweeg, die uitmondt in lofprijzing.

‘Laat de Heer uw vreugde blijven’ (vers 4a). Wat Jezus heeft gedaan, wat Hij heeft bewerkt, wie Hij voor ons is geworden, maakt blij. We krijgen de glans van Gods wezen voor ogen. In zijn aanwezigheid overheerst blijdschap. Hij is er en ik mag er zijn voor Hem. De vreugde over die afspraak blijft als een diep verankerde ondertoon in ons bestaan resoneren.

Niemand kan je die blijdschap ontnemen (Joh. 16:22). Wees dus blij!