Carel Willink – Simeon de pilaarheilige

Bidden wij voor de wereld

English ‘Willink wist niet dat hij zelf zo’n mannetje was dat toekeek zonder zich ermee te bemoeien,’ klonk het toen Carel Willink in 1939 zijn schilderij Simeon de pilaarheilige openbaar maakte. ‘Dat kan best,’ was zijn repliek, ‘schilderen is eigenlijk wat je niet in woorden kan uitdrukken.’ Zijn antwoord was illustratief voor zijn onverstoorbare werkwijze. Terwijl veel getalenteerde kunstenaars zich in hun werk losmaakten van het ‘natuurlijke’ en de ‘voorwerpelijkheid’ en de abstractie omarmden, bleef Willink vanaf de jaren ’30 figuratieve kunst maken, waarin hij uiterste perfectie nastreefde. Met zijn werk verwierf hij veel bewonderaars en zelfs een museum alleen aan zijn werk gewijd in kasteel Ruurlo.

Ikzelf zag zijn schilderijen voor het eerst in mijn middelbare schooltijd. Mijn tekenleraar nam me mee naar een tentoonstelling van ‘magisch realisten’ in Antwerpen. De kunst van Willink was ondergebracht in die stroming, omdat het een zekere onbestemdheid uitademde. Zelf noemde hij het liever ‘imaginair realisme’: de werkelijkheid geschilderd vanuit de verbeelding. Die verbeelding blijft me tot op de dag van vandaag fascineren. Ik verbaas me over zijn godverlaten steden, straten en landschappen, waar ook Job een plek in heeft, en ben verrast dat hij te midden van al dat onheil zichzelf schilderde als prediker. ‘Daar moet je niets religieus achter zoeken,’ had hij gezegd. Maar hij had zich wel aan dit beeld van zichzelf toegewijd en op de titel zitten broeden.

Simeon de pilaarheilige is een hoogtepunt in Willinks oeuvre, dat veel besproken is. We zien een man bovenop een zuil zitten in een zuilengalerij die door geweld is verwoest. Achter hem hangen boven een stad donkere wolken van een brand die volop aan het woeden is. Het lichaam van de man steekt er licht tegen af. De avondzon werpt lange horizontale schaduwen op de grond. Ze worden doorkruist door de lijnen van de tegels op het lege plein. Het perspectief leidt je oog de stad in; de schilder heeft de hele rechterhelft van zijn doek genomen om je blik die kant op te sturen.

De naam van het werk komt uit de kerkgeschiedenis. Er waren twee asceten die Simeon de pilaarheilige of Simeon de styliet werden genoemd, een oudere en jongere. Ze leefden in de vijfde eeuw in Syrië, in de buurt van wat nu Aleppo heet. Het waren heremieten, mannen die zich hadden afgezonderd om te bidden en te mediteren en die tussen hun gebeden door pelgrims raad gaven. De oudere zat 39 jaar op een zuil, de jongere 69 jaar.

Zelf vertelde Willink over dit schilderij dat hij een foto had gezien van een stad die in brand stond en dat dit beeld hem aansprak. Hij was in zijn huis aan de Ruysdaelkade in Amsterdam op een tafel voor de spiegel gaan zitten, naakt, met alleen een laken om. Zo was hij zelf de pilaarheilige geworden.

Willink maakte zijn Simeon in 1939. Het wordt vaak gezien als een profetisch werk, waarin hij de onheilspellende sfeer van een naderende wereldoorlog voelbaar maakte. Maar Willink had al veel meer van dit soort dreigende sferen geschilderd en zou dat ook na de oorlog blijven doen, omdat hij daarmee spanning in zijn werk kon leggen. Toch zagen veel commentatoren juist in dit schilderij de existentiële angst en het verlangen naar ontstijging die blijkbaar zo goed bij de persoon van Willink paste. Maar misschien wist hij dat hij niets aan alle ellende kon doen, behalve zichzelf zo te schilderen. Of had hij zich van de rampzalige wereld afgekeerd nadat hij veel ellende had doorleefd, om zich naar God te wenden. Misschien was dát het wat hij niet in woorden kon uitdrukken.

Dit schilderij staat met zijn brandende stad middenin de actualiteit. En door de aanwezigheid van de pilaarheilige werkt het als een spiegel. Het roept de vraag op hoe ik me verhoud tot het wereldgebeuren. Wat er om me heen gebeurt grijpt me aan, ik word erdoor in beslag genomen. Maar hoe bepaal ik mijn houding er tegenover? Daar heb ik hulp bij nodig. Neem ik de tijd om me af te zonderen, om naar de hemel op te kijken? Niet om me van de wereld af te keren, maar om te bidden?

Carel Willink (1900-1983): Simeon de pilaarheilige, 1939, Gemeentemuseum Den Haag.

Doorlezen: Lucas 19:41-44, Matteüs 4:1-11, Matteüs 6:9-13.

Willem de Vink  

Lees ook de beeldmeditatie Jeremia huilt om de stad.