Compassie – Altijd compassie voor Jezus

‘Dat hebben jullie voor mij gedaan.’
Matteüs 25:40

Sommige mensen zijn gezegend met een hart vol compassie. Ze zijn bewogen met anderen en zetten zich spontaan voor hen in. Zonder dat ze het door hebben, vertegenwoordigen ze Gods koninkrijk op aarde. Jezus complimenteert zulke mensen.

‘Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is’ (Matteüs 25:34).

Jezus trekt een parallel tussen deze mensen en zijn Vader. God had immers zes scheppingswerken in de chaos verricht? Hier zien we mensen net zoiets doen. Met hun werken van barmhartigheid doorbreken ze de chaos, de ellende, de vloek en brengen ze hoop en leven (Matteüs 25:31-46).

  1. Ze geven hongerigen te eten.
  2. Ze geven dorstigen te drinken.
  3. Ze bieden vreemdelingen gastvrijheid.
  4. Ze kleden naakten.
  5. Ze bezoeken zieken.
  6. Ze zoeken gevangenen op.

Hun hart vol compassie dringt hen om Gods werk te doen. Omdat ze Gods zegen zelf hebben ervaren. Jij bent net zo gezegend. Je hebt er misschien geen idee van, maar als je goed voor anderen bent, dien je Jezus, omdat Hij zich met alle slachtoffers identificeert en hun leed op zich genomen heeft.

‘Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan’ (Matteüs 25:40).

Stiltetip – Het is weer tijd voor Jezus, de bron van alle compassie. Neem punt 7 ter harte, de rust voor, tijdens en na het dienen. Neem de tijd om je lichaam en ademhaling tot rust te brengen. Concentreer je dan op mensen om je heen. Neem er steeds een in gedachten. Bid voor hem of haar. Zie en zeg: ‘Ik zegen je’.