Compleet vergeven

U weet dat Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen: er is in hem geen zonde.

1 Johannes 3:5

God heeft je zonden vergeven. Al je zonden. Die van gisteren, vandaag en morgen. Geloof je in Jezus en zijn kruis, dan geloof je dat God het probleem van jouw zonden daar definitief heeft afgehandeld. Daarom is het niet nodig om God voortdurend om vergeving te vragen.

Ja, bij onze bekering erkennen we dat we zondaars zijn en belijden we onze zonden.

Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad (1 Joh. 1:9).

Belijden (Grieks ‘homologos’) is zeggen wat God ervan zegt. Vandaar dat we tegen iedereen die in Jezus’ volmaakt volbrachte werk gelooft mogen zeggen:

Kinderen, ik schrijf u dat uw zonden u vergeven zijn omwille van zijn naam (1 Joh. 2:12).

De gedachte dat God als een psychotherapeut voortdurend onze zonden wil aanhoren heeft niets met Jezus te maken. God denkt niet meer aan onze zonden (Hebr. 10:17).

Ook het idee dat de heilige Geest ons als een aanklager probeert te overtuigen van zonden mist de aansluiting met Jezus. Hij zegt dat zijn Geest mensen maar van één zonde overtuigt: dat ze niet in Hem geloven (Joh. 16:8-9).

We ontkennen niet dat we nog zondigen. Maar we zijn overtuigd van het wonder dat God ons kent als zijn kinderen: heilig, zuiver en volmaakt in Jezus. Compleet vergeven dus.

Mocht je er nog aan twijfelen dat God ook de zonden heeft vergeven die je nog niet hebt gedaan, dan heb ik een tip voor je. Bid er alsjeblieft om, want Jezus is maar één keer voor jouw zonden gestorven, lang voordat je er ook maar één had gedaan.