Dagelijks brood

‘De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.’
Matteüs 4:4

Het lijkt erop dat ons bestaan gekenmerkt wordt door schaarste en tekorten. Tja, als je daarvan uitgaat zinkt de moed je in de schoenen. Je wordt een bittere, jammerende zeurkous.

Israël komt juist uit Elim, een oase van schaduw en water. Maar het eten raakt op.

‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten’ (Ex. 16:2).

God gaat niet in op hun gemekker. Hij zal er voor hen zijn, ook nu weer.

‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen’ (Ex. 16:4).

Jezus zal later zeggen dat dit brood op Hem slaat.

‘Ik ben het brood dat leven geeft. Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven.’ (Joh. 6:48-50).

Israël krijgt brood in overvloed voor elke dag (Ex. 16:8, 12). Ook Jezus geeft overvloedig. Hij is zelf de verhoring van het gebed: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ (Mat. 6:11).

Maar wat geeft Hij dan in overvloed? Wat is dat brood? Zijn lichaam, zegt Hij. Je mag elke dag van zijn leven nemen.

‘En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam’ (Joh. 6:51).

Dagelijks brood? Jazeker: het bewustzijn dat jij een gewild, geliefd en bevoorrecht kind van God bent heeft dagelijks voeding nodig. Geloof wordt gevoed door het woord. Vandaar dit dagboek bijvoorbeeld.

Tip – Luister in de auto of tijdens het strijken naar een goede preek (waarin het om Jezus gaat).