De bron van alle genade

 

God, de bron van alle genade, heeft u geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister.
1 Petrus 5:10


Het lijkt op een nederlaag dat Isaak de putten achter zich laat waar strijd om was. Zou God hem niet heel het beloofde land schenken? Maar in de rust en ruimte die hij daarna ontvangt kan God wel weer gaan spreken. En kijk wat God dan zegt. Hij bevestigt Isaak.

‘Ik ben de God van je vader Abraham. Wees niet bang want ik sta je terzijde, en ik zal je zegenen en je veel nakomelingen geven omwille van mijn dienaar Abraham’ (Gen. 26:24).

In de nieuwe situatie waar Isaak in is beland, benadrukt God zijn afspraken. Zo is God. Hij is er altijd op uit om ons geloof te versterken, juist als we ons kwetsbaar voelen. Op Isaak rust als de beloofde zoon Gods belofte. En wat God hem in het vooruitzicht heeft gesteld zal Hij ook doen. Het is zijn verbond, zijn eed, die Hij zelf zal vervullen.

Isaak hoort het en gelooft het. Daarom neemt hij de vrijmoedigheid om weer een put te graven. Die noemt hij Berseba, ‘put van de eed’ (Gen. 26:23-25).

Reken maar dat die put gezond water geeft. En dat die onbelemmerd blijft stromen. Gods bron zit namelijk vol genade – en die is onuitputtelijk. God maakt zijn afspraken waar!

Maar al moet u nog een korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, heeft u geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister (1 Pet. 5:10).