De bron waar God jou ziet zitten

Na Abrahams dood zegende God Isaak, die bij de bron Lachai-Roï ging wonen. Genesis 25:11

Isaak gaat wonen bij de bron Lachai-Roï. ‘De Levende ziet mij’, betekent die naam. Bronnen zijn in die tijd van levensbelang: ze voorzien in water. Ze vormen ook een rustplaats waar bomen schaduw geven.

Isaak is bij die bron neergestreken nadat zijn moeder is overleden. Hij rouwt daar, maar hij weet ook dat God hem ziet zitten (Gen. 24:62). Hij zit bij de goede bron, daar waar God hem zal bevestigen.

Want dan ziet hij stofwolken verschijnen aan de horizon. Een karavaan – met zijn bruid. Hij rent er op af.

Het meisje laat zich van haar kameel vallen. Ze wordt door hem gesluierd de tent van zijn moeder binnengedragen (Gen. 24:64-67). Daar bij die bron, op die plek van genade, gaat de sluier eraf (2 Kor. 3:16-18). Het is tijd om van elkaar te houden …

Bronnen spelen een belangrijke rol in het leven van Isaak en ook van Rebekka. Rebekka gaf de knecht die naar haar op zoek was uit haar eigen bron te drinken. Ze was daar niet terughoudend in: zelfs zijn kamelen gaf ze genoeg (Gen. 24:16-20). Dat was de aanleiding voor de romance die zou volgen.

Bronnen staan voor de diepste motieven van je leven. Mag God daar met zijn Geest bij komen? En mag Hij jou naar zijn eigen bron leiden? Daar waar God je helemaal ziet zitten? Jezus biedt je levend water aan. Hij wil dat je van Hem geniet!

Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van je redding (Jes. 12:3).

Tip – Zet je tent op bij de bron Jezus – die is nooit bitter en raakt nooit op.