De grondslag van ons geloof

Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.
Hebreeën 11:1


Eerst komt de hoop. Dan volgt het geloof. Eerst horen we Gods beloften, die hoop opwekken. Daar gaan we op vertrouwen, in geloven. Alles waarop we hopen wordt onderbouwd met geloof. Geloof zegt: we zien nog niet alles waarop we hopen, maar het gaat gebeuren, zeker weten!

Het evangelie van genade wekt hoop (Rom. 5:1, 2): je hoeft niet met je tekorten te blijven zitten. God biedt je een leven zonder schuld en schaamte, zonder veroordeling en uitzichtloosheid. Hij geeft je vergeving, verlossing, overwinning en overvloed. Alles wat Jezus verdiende, is beschikbaar voor jou. En dat gratis en voor niets.

Hoop je dat het zover zal komen? Je mag het geloven en ervan uitgaan. Het evangelie van genade wekt niet alleen hoop op, maar ook geloof, want als je daarnaar blijft luisteren, schenkt God je de zekerheid dat Hij het zelf zal waarmaken. Je wordt naar Jezus toegetrokken, die het met zijn Geest zal doen.

Het evangelie van genade zegt dat je alles wat je nodig hebt ontvangt in Jezus. Je hebt buiten Hem niets nodig. Geloof je dat? Geloof is je vervulling zoeken in Jezus. Ongeloof is je vervulling zoeken in andere dingen. Geloof stemt niet alleen in met de feiten, maar heeft ook honger en dorst naar Gods gerechtigheid en weet dat die alleen maar gerealiseerd wordt in Jezus.

Geloof is de zekerheid dat alles wat we hopen werkelijkheid zal worden dankzij Jezus. Hij is de grondslag van ons geloof. Daarom sporen we elkaar ook vandaag weer aan om onze blik gericht te houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof (Heb. 12:2).