De inspiratie van Gods Geest

‘Ik heb hem uitzonderlijke talenten geschonken.’

Exodus 31:3

 

De tabernakel, de attributen en de priesterkleding worden ontworpen en uitgevoerd onder leiding van een kunstenaar, Besaleël. God heeft hem speciaal voor die taak uitgekozen en toegerust.

De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik heb mijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. Ik heb hem uitzonderlijke talenten geschonken’ (Ex. 31:2-3).

Letterlijk staat er: ‘Ik heb hem Gods Geest geschonken’ (NBG ’51, SV). Dat is uitzonderlijk. Want onder het oude verbond kwam Gods Geest niet zomaar op mensen – daar stond de zonde tussen.

God gaf zijn Geest wel aan Mozes, zodat hij zijn opdracht zou kunnen vervullen om van Israël een volk te maken (Num. 11:25). Die Geest ontvangt deze kunstenaar nu dus ook. Besaleël hoort van Mozes wat hij op de berg te zien heeft gekregen. Hoe God zijn relatie met het volk wil onderhouden – op zo’n manier dat het tot in detail zal verwijzen naar de werkelijkheid die Jezus zal brengen (Hebr. 8:5, Kol. 2:17).

Geïnspireerd door Gods Geest ziet Besaleël (zijn naam betekent ‘schaduw van God’) de schaduwbeelden voor zich. Zo weet hij alles met wijsheid, vakmanschap en inzicht uit te voeren, en ook anderen daarbij in te schakelen (Ex. 31:3-11, 35:30-35).

Besaleël zal met zijn creativiteit tot uitdrukking brengen wat God aan verrassingen in petto heeft voor zijn volk. En raad eens wat? Dezelfde Geest inspireert ons nu om Gods verrassende omgang met ons tot uitdrukking te brengen.

‘Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen’ (Joh. 15:26).