27. De klas van juffrouw Stap

Door Willem de Vink

‘Links!’ riep juffrouw Stap en de kinderen draaiden naar links.

‘Rechts!’ commandeerde ze en iedereen veranderde keurig van richting naar rechts.

‘Stop!’ blafte het mens en alle kinderen uit de klas hielden in – op één meisje na dat doorliep.

‘Ik zei stop!’ riep de juf met overslaande stem, en ‘Wel heb ik ooit!’ toen het meisje zich keerde en rondjes ging lopen. Het hoofd van de juffrouw liep rood aan en haar mond werd een groot vierkant gat toen ze bulderde: ‘Dit heb ik van m’n leven nog nooit meegemaakt. Wat-zijn-dat-voor-manieren!’

Bedremmeld murmelde het meisje: ‘Zij juf, zij doen het,’ en ze wees naar haar voeten. ‘Ik kan d’r echt waar niks an doen.’

‘Niks an doen, niks an doen!’ riep het vrouwmens. ‘Ik zal jou iets doen als je niet vlug ophoudt!’ – en ze beende op het meisje af.

‘Nee, ze gaan vanzelf,’ riep het arme kind toen de vrouw de arm ophief om uit te halen. Maar ze stapte het meisje voorbij. Ze marcheerde met stijve passen van haar klasje vandaan en terwijl ze door bleef stappen, riep ze met een ongelukkig gezicht over haar schouder: ‘Ik kan er niks aan doen!’

Toen kwamen de kinderen los. Ze lachten en gilden en joelden en renden de juffrouw met gekke passen achterna. Die was veranderd in een deerniswekkend schepsel, weerloos rondstappend op vreemde voeten. Maar de lol verging de kinderen toen ze met wilde sprongen de vrouw voorbij holden. Ze bleven maar lopen, ieder een richting uit, ze bleven maar gaan, of ze wilden of niet, op voeten die deden waar ze zelf zin in hadden. Jarenlang ging dat maar door. ‘Ik kan er niks aan doen,’ zeiden ze telkens maar weer. ‘Zij doen het,’ zeiden ze, wijzend naar beneden.

Mocht je in de winkelstraat of op het plein mensen tegenkomen die maar lopen en lopen, alsof ze zelf niet de baas zijn over hun eigen benen, dan weet je waar ze vandaan komen: uit de klas van juffrouw Stap.