De wet helpt niet – daarom geeft God iets beters

Niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven.

Galaten 2:16

God gaf de wet aan Mozes om het volk duidelijk te maken dat ze zich niet aan zijn geboden kunnen houden, maar iets anders nodig hebben om te voldoen. Ze hebben vertrouwen in zijn genade en vriendschap nodig, zoals Abraham had. Toch zei het volk telkens opnieuw dat het zich wel aan Gods geboden zou houden (Ex. 19:8, 24:3, 7, Joz. 24:18).

‘U zult niet in staat zijn de HEER te dienen,’ zei Jozua. Hij gaf hun nog meer wetten en regels (Joz. 24:19, 25). Uiteindelijk moest Israël zich niet aan tien, maar aan 613 geboden houden. Maar die hielpen niets.

De wet heeft trouwens in geen enkel opzicht de volmaaktheid gebracht (Hebr. 7:19).

Ook Jezus benadrukt dat niemand zich aan de wet houdt.

‘U hebt toch de wet van Mozes gekregen? Maar niemand houdt zich aan de wet’ (Joh. 7:19).

Toch willen de mensen op Jezus juist wel hun wet toepassen. Ze willen Hem doden. Terwijl Hij het toonbeeld is van iemand in wie God een plezier heeft.

‘Waarom probeert u mij te doden?’ (Joh. 7:19).

Wij weten waarom. Jezus zou onderworpen worden aan de wet om ons daarvan te bevrijden (Gal. 4:4-5). Anders dan de wet, bezorgt ons geloof in Jezus God wel plezier in ons. Dat levert een intieme omgang met Hem op: die van Vader en kind.

De hoop op iets beters treedt ervoor in de plaats, waardoor wij weer dichter tot God kunnen naderen (Hebr. 7:19).

Johannes 7