De wijnstok richt de wijnranken op

‘Blijft in Mij, gelijk Ik in u.’

Johannes 15:3 (NBG ’51)

Jezus noemt zichzelf de ware wijnstok, met wie jij als wijnrank verbonden bent. Zoals Hij in jou is, ben jij in Hem. Zijn levenssappen stromen voortdurend door je heen, zodat je op den duur zijn vrucht zult dragen. De wijnbouwer, God zelf, geniet enorm van dit proces. Jezus legt uit hoe de wijnbouwer ervoor zorgt dat elke rank aan Hem die kostelijke vrucht zal geven. In onze vertaling wordt gezegd dat Hij van alles wegsnoeit en bijsnijdt (Joh. 15:2). Iedereen die lekkere druiven wil kweken weet hoe belangrijk dat snoeien is. Maar er is nog iets anders van belang. Van nature groeit de wijnstok naar beneden, over de grond. Hij moet met al zijn ranken worden opgericht om volop vrucht te kunnen dragen. Het Griekse woord ‘airo’, wat vertaald werd met wegnemen, kun je dan ook net zo goed vertalen met opnemen of omhoog tillen. Het Griekse woord ‘kathairo’ betekent naast snoeien ook reinigen. Nu wordt duidelijk waar het God met ons om gaat. Hij zal ons niet afsnijden en weggooien. Nee, iedereen die in Jezus is richt Hij op en maakt Hij puur. Dat benadrukt Jezus dan ook.

‘Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb’ (Joh. 15:3).

Er bestaan in deze gelijkenis ook ranken die niet met de wijnstok verbonden zijn. Het is gewoonweg onmogelijk dat die vrucht dragen. Zij zijn bestemd voor het vuur (Joh. 15:4 en 6). Maar jij bent in Jezus en blijft met Hem verbonden, zoals Hij dat blijft met jou. Daar hoef je nooit aan te twijfelen.

‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken’ (Joh. 15:5).

Johannes 15