Doe je schoenen uit: God is heilig

Trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig.
Exodus 3:5b


Je kunt je niet voorstellen wat het betekent als God vanuit zijn heiligheid jouw naam roept.

God is zo heilig, zo absoluut zuiver en afgezonderd van elk kwaad, dat we verteren in zijn aanwezigheid. Of toch niet? De doornstruik vat vlam, maar verbrandt niet.

God is in zijn heiligheid honderd procent van de zonde afgekeerd, maar ook honderd procent naar mensen toegekeerd. Hij roept. Mozes reageert met: ‘Ik luister.’ Op dat moment kan die woestijnherder alleen maar zijn sandalen uittrekken.

Als God je roept, weet je dat je niet meer je eigen bezit kunt blijven. Hij heeft recht op jou. Je weet ook dat je niet voor Hem kunt bestaan. Hij is zo anders, zo verheven, zo heilig. Je kunt jezelf alleen maar aan zijn genade uitleveren. Dus doe je je schoenen van je voeten. Je levert je zelfbeschikkingsrecht in. Hij mag zeggen wie je bent, waar je staat en waar je naartoe gaat.

Als God jouw naam noemt, verbindt Hij zijn naam aan jou. ‘Ik ben die ik zal er zijn,’ zegt Hij tegen Mozes (Ex. 3:14). Je krijgt zijn naam, je wordt in zijn gezin opgenomen. Nu ben je zijn bezit. Je zult in vuur en vlam staan, maar niet verteren. Je zult vol zijn van zijn Geest, zonder angst ooit nog veroordeeld te worden. Je zult gaan – op zijn sandalen.

Jezus bidt: ‘Heilige Vader, bewaar hen door uw naam’ (Joh. 17:11). Van nu af aan is God jouw heilige Vader. En ben jij afgezonderd en bewaard voor Hem als zijn naamdrager, zijn heilige kind.

En aanbid je hem: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER!’