Doorgeefleiders

De leiders van Israël brachten ook geschenken voor de inwijding van het altaar.

Numeri 7:10

Het langste hoofdstuk van het bijbelboek Numeri is gewijd aan leiderschap (Num. 7). Het beschrijft hoe de leiders van alle twaalf stammen elk hun bijdrage leveren aan de inrichting en offerdienst van de tabernakel. Wat ze namens alle families en stammen geven wordt minutieus beschreven, bijna negentig verzen lang. Dat is belangrijk: de tabernakel zal namelijk de plaats zijn waar God tot zijn volk spreekt.

Welke visie op leiderschap draagt dit hoofdstuk over? Dat bij Gods volk leiderschap altijd gericht is op God zelf. Het is een dienst tussen God en mensen. Als mensen zichzelf en hun middelen beschikbaar stellen aan God, mag het leiderschap daar vorm aan geven. En als God spreekt tot zijn volk, mag het leiderschap dat overdragen.

Ook nu wordt de gemeente ingericht door alles wat mensen inbrengen. Het leiderschap organiseert en beheert dat. En ook nu wil God tot de gemeente spreken. Het leiderschap draagt dat over.

Er is een voortdurend verkeer tussen God en mensen, wat door het leiderschap in gang wordt gehouden. Zij innen bijvoorbeeld het geld dat gemeenteleden ter beschikking stellen en geven het de bestemming die God aanwijst. Zij stimuleren en leiden de aanbidding die de gemeente inbrengt om God te loven. Zij bedienen de gemeente met Gods woord, dat het geloofsleven van de gemeenteleden gezond en in conditie houdt.

Leiders functioneren als een doorgeefluik tussen God en mensen. God wil immers graag onder zijn mensen zijn?

Daarom wordt aan het eind van dit lange hoofdstuk nog eens benadrukt dat God spreekt vanaf de genadezetel, die boven op de ark ligt (Num. 7:89).

Tip – Geef met plezier jouw inbreng in de gemeente. God geeft veel meer terug.