Drie dagen en drie nachten

Maar u trekt mij levend uit de dood omhoog, o HEER, mijn God!

Jona 2:7

Jezus heeft nadrukkelijk gezegd dat Hij drie dagen en nachten in het graf zou zijn.

‘Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven’ (Mat. 12:40).

Jona zit drie dagen en nachten in de buik van een grote vis (Jona 2:1). Daar klinkt een gebed dat grote ellende uitdrukt, maar ook groot geloof. Het is een gebed dat op Jezus’ lippen glorieus verhoord zal worden (Jona 2).

 In mijn nood roep ik de HEER aan

en hij antwoordt mij.

Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp –

u hoort mijn stem!

(Jona 2:3)

De christelijke traditie heeft Jezus’ verblijf in het graf naar twee dagen en nachten teruggebracht (van goede vrijdag tot zondag eerste Paasdag). Er is geen rekening gehouden met de twee sabbatten die in de Pesachweek meestal door de Joden worden gevierd. Het gaat om een bijzondere sabbat, die bij de Pesachviering hoort en elk jaar op een andere dag valt, en de gewone sabbat, die altijd elke zaterdag wordt gevierd.

 Johannes beschrijft de voorbereidingsdag voor de grote sabbat als de dag waarop Jezus gekruisigd wordt (Joh. 19:31, 42). Daarna volgt de grote sabbat, de eerste dag met Jezus in het graf (Joh. 19:31, HSV). Vervolgens opnieuw een voorbereidingsdag, nu voor de gewone sabbat. Dat is de tweede dag waarop Jezus in het graf ligt. En ten slotte de gewone sabbat, de derde dag in het graf.

 Drie dagen, drie nachten, waarin Jezus zijn werk perfect afmaakt. Langer niet: genoeg om iedereen alle voordelen ervan te schenken. Ook jou.

 Johannes 19:31-42 Matteüs 27:51-66 Marcus 15:38-47 Lucas 23:47-55