Echte discipelen

Wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Johannes 1:14b


We hebben het gezien, schrijft Johannes: de glans van Jezus’ goedheid en grootheid straalde van zijn gezicht, zijn voorkomen, zijn optreden.

‘Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd’ (Joh. 1:14, NBG).

Er was geen afwijzing op Jezus’ gezicht te lezen, geen veroordeling, geen dwingelandij. Hij werd niet in beslag genomen door goed-en-kwaad. Hij bezat de vrijheid om tegen iedereen ja te zeggen. Johannes noemt dat genade.

‘Uit zijn volheid hebben wij zelfs ontvangen genade op genade’ (Joh. 1:16, NBG).

Johannes en zijn metgezellen keken naar Jezus en ontvingen genade. Die genade maakte hen tot volgelingen van Jezus. Als ze keken naar Hem, ontvingen ze zijn genade, die ze weer konden doorgeven. Genade op genade.

Ze waren niet gehoorzaam aan Jezus vanuit angst en vrees. Ze werden tot Hem aangetrokken en waren graag bereid om Hem na te volgen en door te geven van wat ze zelf ontvingen.

Het ja-woord van Jezus tegen zijn leerlingen werd het ja-woord waarmee ze de wereld ingingen.

Als je blijft kijken naar de glans van Jezus’ gezicht, word je vanzelf, vrijwillig en graag, een echte discipel van Hem.