Edward Hopper – Morning Sun

Wat hoor je in je eenzaamheid?

De Amerikaanse kunstschilder Edward Hopper is bekend geworden als de man die het gedesillusioneerde en vereenzaamde leven van de moderne mens uitbeeldde. Zijn uitgeklede beeldtaal werkt vervreemdend. Er heerst stilte, leegte, afwezigheid, zelfs al is alles wat een modern mens nodig heeft aanwezig.

Hopper was gefascineerd door licht en lijnen. Die twee bracht hij samen in de gebouwen, straten en hotelkamers die hij weergaf. Hij versterkte zijn ruimtelijke effecten door dramatische afsnijdingen en gezichtspunten te gebruiken en vooral ook door veel nadruk te leggen op lichtval. We zien stille, geïsoleerde ruimtes. De enkele figurant die erin voorkomt is net zo zwijgzaam en afwezig als de omgeving. Zelfs als Hopper meerdere figuren schildert, communiceren ze niet met elkaar. Het lijkt wel of niemand zich thuis voelt waar hij is, maar dat ook niemand weet hoe dat zou kunnen veranderen. Iedereen is in zichzelf gekeerd en blijft op afstand. Er gebeurt weinig op Hoppers schilderijen, maar dat maakt ze juist spannend, want je vraagt je des te meer af wat er aan de hand zou kunnen zijn.

Op het schilderij Ochtendzon zien we een vrouw op een bed zitten. Ze zit voor een raam, waar laag licht door naar binnen valt. Heel het tafereel is van dit gele licht doordrenkt. De strakke lijnen van het grote raam worden herhaald via de weerkaatsing van het vroege zonlicht op de muur. Een kale muur, een lege kamer. Is dit een hotelkamer? Het bed lijkt onbeslapen. De vrouw zit in haar nachtjapon, haar armen om haar benen geslagen. Ze staart naar buiten. Wat denkt ze? Buiten zien we de daken van een fabriek in dezelfde kleuren als de nachtjapon. Ligt daar een verbinding? Wil de vrouw naar buiten? Maar kijkt ze eigenlijk wel naar buiten, of kijkt ze naar binnen? We zien van alles, maar we weten niets. We begluren alleen maar haar eenzaamheid.

Hoewel dit doek een tafereel weergeeft als een still uit een film, roept het toch emoties bij ons op. Het weerspiegelt iets wat we herkennen: onze eigen eenzaamheid. De schilder roept met dit werk vragen bij ons op die we onszelf allemaal wel eens stellen. Waar zijn de anderen? Is er nog iemand die om mij geeft? Iemand die laat merken dat ik van betekenis bent? Soms missen we een netwerk, een verband. Of intimiteit, een hechte band. Of voelen we ons onbegrepen. We voelen ons geïsoleerd, niet gehoord, vergeten. Niemand begrijpt ons meer. We staan er alleen voor. Het lijkt wel of we totaal niet interessant zijn. We zijn door iedereen verlaten.

Hoe kunnen we uit deze eenzaamheid komen? Ieder mens is in zekere zin op zichzelf aangewezen. Wat dat betreft vertellen de schilderijen van Hopper ons de waarheid en is eenzaamheid niemand vreemd. We moeten leren leven met het idee dat we er soms alleen voor staan. Maar dat besef kan ons wel helpen om in beweging te komen en juist naar verbinding te zoeken en liefdevolle relaties op te bouwen. Niemand hoeft bevroren in de situatie vast te blijven zitten. Ook deze vrouw kan in beweging komen.

Hoe komen we uit ons isolement? Om eenzaamheid te overwinnen is geloof in de liefde nodig. Dat geloof wordt ons geschonken. God wil in onze eenzaamheid komen. We mogen weten dat we ten diepste geliefd en gewild zijn. Gods liefde is in ons hart uitgestort, schrijft Paulus. Zijn volmaakte liefde drijft de angst uit, lezen we. Jezus zal ons nooit verlaten, dat heeft Hij beloofd. Ook in onze eenzaamste momenten zijn we niet alleen. Al zijn Hoppers schilderijen nog zo zwijgzaam, we kunnen er toch iets in horen. Kijk ik naar Ochtendzon, dan hoor ik Psalm 139: ‘Ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.’

Edward Hopper (1882-1967), Ochtendzon, 1952, 102 x 71,5 cm, Columbus Museum of Art, Columbus U.S.A.

 Doorlezen: Psalm 139; Matteüs 28:20b; Johannes 14:18; Romeinen 5:1-5; 1 Johannes 4:16-19.

Willem de Vink