Een bovennatuurlijke liefdesgeschiedenis

U behoort een ander toe.
Romeinen 7:4b


Ik was getrouwd met Wet. Een perfecte man, in alle opzichten. Hij gedroeg zich voorbeeldig en was een icoon van normen en waarden voor zijn omgeving.
Wet vroeg van mij dat ik ook zo perfect zou zijn, net als hij. Maar al keek ik tegen hem op, ik faalde voortdurend. Hoe meer ik op hem lette, hoe meer ik erachter kwam hoeveel ik tekortschoot. Ik werd een gefrustreerde echtgenote. Hij was koud en afstandelijk en ik een mislukte minkukel. En hij hielp me nooit.

Toen gebeurde er een wonder. Ik kwam Genade tegen. Hij was zo warm, zo hartelijk, zo onbaatzuchtig. Ik zou wel verliefd op hem willen worden. Maar hoe zou ik ooit zijn echtgenote kunnen zijn?

Luister wat hij toen tegen mij zei. ‘Als je sterft!’ zei hij. ‘Als je samen met mij sterft, ben je gescheiden van die Wet en kun je met mij trouwen. Vertrouw op mij, ik geef je nieuw leven. Mijn leven.’

Ik stierf. Met hem. Toen gebeurde er een bovennatuurlijk wonder: ik werd opnieuw geboren. Nu kon ik trouwen met Genade. En kijk: ik ben vrij en bloei op.

Het is gek: mijn nieuwe echtgenoot is veel beter dan die oude, zijn standaard ligt veel hoger. Maar hij eist niets van mij. Integendeel, hij helpt me om te veranderen. Zijn liefde en energie stromen door mij heen. Hij draagt me, hij doet het. Zelfs als hij niets zegt, verander ik. Hij houdt van mij, dat maakt alles anders.

Mijn omgeving ziet hoe verliefd ik ben: ik straal gewoon. En zelfs al zit ik in een dip, ik draag zijn liefde met me mee. Hij garandeert me dat we nooit zullen scheiden.

Als echtgenote van Genade moet ik ervoor oppassen dat ik hem niet benader als die oude Wet. Dan zit ik hem in de weg. Zo stom wil ik niet zijn!
(Rom. 7:1-6, 8:31-38, Gal. 3:1-5, 5:1.)