Een nieuwe generatie in het beloofde land

‘Elk stuk grond dat jullie betreden geef ik jullie.’
Jozua 1:3


Hoe bereiden we een nieuwe generatie voor op de voorrechten van Gods koninkrijk? Onze kinderen, onze jongeren? Kijk hoe Mozes dat doet met de kinderen van de woestijngeneratie. Hij wijst hen op alles wat God hen gunt.

‘Straks zult u het land binnengaan dat de HEER, uw God, u als grondgebied zal geven. U zult het in bezit nemen en er gaan wonen’ (Deut. 26:1).

Hij benadrukt dat ze gelijk bij binnenkomst zullen genieten van Gods overvloed.

‘U zult er de oogst kunnen binnenhalen’ (Deut. 26:2).

In het Oude Testament wordt al in schaduwbeelden zichtbaar wat God voor ogen heeft met mensen die binnen de invloedssfeer van Jezus leven. Mensen die overgebracht zijn uit de macht van de duisternis naar het rijk van Gods geliefde Zoon (Kol. 1:13). De generatie die Gods genade kent zal daarmee zichtbaar zijn als een getuigenis van Gods goedheid voor heel de wereld.

‘Hij zal u hoog verheffen boven alle volken die hij geschapen heeft. U zult lof oogsten en met roem overladen worden. U zult het volk zijn dat aan de HEER, uw God, is gewijd, zoals hij heeft beloofd’ (Deut. 26:19).

God zal de genadegeneratie zegenen zoals Hij Abraham, Isaak en Jakob zegende.

‘De HEER, uw God, zal u voorspoed geven in alles wat u onderneemt, u kinderrijk maken en uw vee en uw land vruchtbaar maken. Hij zal er weer vreugde in vinden om u te zegenen, zoals voorheen bij uw voorouders’ (Deut. 30:9).

Elke nieuwe generatie mag Gods genade weer ontdekken. Wat een voorrecht! Want wie voor het leven kiest, het leven dat Jezus aanbiedt, kiest voor voorspoed (Joh. 10:10).

‘Besef goed, vandaag stel ik u voor de keuze tussen voorspoed en tegenspoed, tussen leven en dood’ (Deut. 30:15).