Een wonderboom vol genade

Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.
Jona 4:2


Zonde is geen moreel begrip. Je kunt de zonde niet op de weegschaal van goed of slecht leggen. Zonde is ook geen religieus begrip. Je kunt de zonde niet met regels of rituelen bestrijden.
Zonde zit dieper. Die zit in onze natuur en komt altijd in opstand tegen Gods genade.

Zonde is vasthouden aan een vroom idee van Gods eer (en ontkennen dat God er een eer in stelt om zondaars te redden).
Zonde is je verontwaardiging gelijkstellen aan Gods boosheid (terwijl je de dingen waarin je de ander veroordeelt ook zelf doet).
Zonde is de onwil om Gods vergeving mee te maken (en haatdragend, achterdochtig of gereserveerd blijven).
Zonde is rijkdom, wijsheid of goedheid als je eigen bezit beschouwen (ten koste van anderen).
Zonde is het kleine, spontane, ongedwongene verachten (en in jouw regelzucht proberen te dwingen).
Zonde is jezelf goedpraten (en anderen veroordelen).
Zonde isoleert je en brengt de klad in relaties.

Zonde verliest pas z’n kracht als je gaat beseffen hoezeer je afhankelijk bent van Gods genade. Jouw geloof en zelfs je adem heb je daaraan te danken. Als dat tot je doordringt, gun je anderen die genade ook.

Je kunt op veel manieren aan Gods genade voorbijgaan. Jona zat te mokken over die genade, maar wel onder een wonderboom.