Jezus is genoeg

Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.
Genesis 22:14


Abraham vertrouwde op God. Hij geloofde in God. Hij is ons geloofsvoorbeeld.

Als hij een altaar bouwde, legde hij daar geen offerdier op (Gen, 12:7, 13:8). Hij vertrouwde erop dat God op zijn eigen manier het probleem van de zonde op zou lossen. Hij vertrouwde op Gods genade.

Abraham kende maar één offer voor de zonde. Het offer dat God zelf zou brengen. Toen hij de berg Moria opklom, zei hij tegen Isaak dat God zou voorzien. Toen het erop leek dat hij die ene zoon moest offeren, wist hij dat God in staat was om hem uit de dood op te wekken (Hebr. 11:19). Ook toen bleef hij vertrouwen op Gods genade.

En God kwam met zijn eigen oplossing. Een offerlam. Als Abraham dat lam geofferd heeft, heeft hij gezien wat God van plan is om te doen. Hij ziet Jezus (Joh. 8:56). God zal op deze berg voorzien, zegt Abraham. Jezus zal op deze berg sterven als het lam dat de zonde van de wereld wegneemt.

Zijn we kinderen van Abraham, dan vertrouwen we op Gods genade (Gal. 3:7). We hoeven niets te doen om het met God in orde te maken. God heeft dat op zijn eigen manier gedaan. In Jezus.

Als wij een altaar oprichten om God te eren, is dat leeg. Er ligt niets van onszelf op. Elk beetje ijdelheid dat we God nog iets moeten geven om Hem tevreden te stellen is verloren moeite. Elk offer. Jezus heeft alles volbracht, Hij is genoeg.

Vandaag mag je weer vanuit die rust leven!