Eeuwigdurend feest

‘Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’
Lucas 22:19


Stel je eens voor. Je woont met je familie in de Nijldelta. Je bent een slaaf die elke dag harder en harder moet werken, zonder dat je daar iets mee opschiet. Maar deze avond zal alles anders worden, heeft God tegen Mozes gezegd.

Dus smeer je op zijn aanwijzingen bloed opzij van je deur aan de steunposten en erboven aan de dorpel. Het lam, dat je om dat bloed te krijgen moest slachten, eet je met je familie op. Je moet het roosteren in vuur. En helemaal opeten – er mag niets van overblijven. Je staat aangekleed te eten, samen met de rest van de familie, want straks zijn jullie vrij om te vertrekken.

Maar waarom moet dat allemaal zo precies gebeuren, die maaltijd?

Omdat God er alles ingelegd heeft om er een eeuwigdurend feest van te maken. Tot drie keer toe benadrukt Hij dat.

‘Dit voorschrift blijft voor eeuwig van kracht, alle komende generaties moeten die dag vieren’ (Ex. 12:13, ook vers 17 en 24).

En het is inderdaad een eeuwig feest geworden. Jezus is het lam dat we mogen nuttigen. Helemaal. We mogen alles wat Hij bereikt heeft ontvangen. Alle kwaliteiten van het eeuwige leven.

‘Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken’ (Joh. 6:54).

Eeuwig leven is niet ver weg. Het is de kwaliteit van Jezus’ leven, waar je hier en nu al van mag genieten. Dat vier je tijdens het avondmaal.