Eindeloze genade

Niet eindeloos blijft hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn. Hij straft ons niet naar onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
Psalm 103:9-10


Wie Psalm 103 met de bril van Jezus op leest (en zo moet je de Bijbel lezen), weet waar het hier over gaat. God haat de zonde, maar Hij heeft de zondaar lief. Jezus stond met zijn liefde voor ons in. Daarom hoeft God ons niet te straffen. Onze zonden staan ons niet in de weg om zijn kind te zijn.

Hoe diep zit de zekerheid van Gods genade er bij ons in? Met hoeveel schuldgevoelens lopen wij nog rond? Hoeveel eigengerechtigheid zit zijn genade nog in de weg? Hoeveel geloof hebben we dat Jezus alles – maar dan ook alles – volbracht heeft?

God neemt zijn eigen genade uiterst serieus. ‘Zo zweer ik dat mijn toorn jou niet meer treft en dat ik je nooit meer bedreig’ (Jes. 54:9b). Waarom zou Hij zweren? Hij is God. Toch doet Hij dat: Hij zweert, omdat Hij zijn eigen afspraak met ons uiterst serieus neemt.

Noach wees Hij op de regenboog als teken van zijn genade. Ons wijst Hij in Psalm 103 op de complete hemel boven ons.

‘Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen’ (Ps. 103:11).

Tip – Ga vandaag of morgen eens op je rug in het gras liggen. Kijk langzaam van links naar rechts de hoge hemel in. En zeg: ‘Gods trouw is eindeloos, zeker weten. Ik ben in Jezus Gods gerechtvaardigde, geliefde, bevoorrechte kind.’