Geen aanstoot nemen of geven

 

Neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven.

Romeinen 14:13

Jezus waarschuwt dat je je niet van zijn weg af moet laten brengen door struikelblokken. Zo’n struikelblok heet in het Grieks ‘skandalon’. Daar hoor je ons woord ‘schandaal’ in terug. Je kunt het ook vertalen met ‘val’ of ‘aanstoot’. Je moet geen aanstoot aan jezelf nemen en ook geen aanstoot aan anderen geven: er moet geen enkele aanleiding zijn tot veroordeling.

 

Pas op voor het struikelblok dat mensen voor je kunnen opwerpen, zegt Jezus eerst. Je bent een kind van God: je zonden zijn je vergeven. Laat niemand je onder veroordeling plaatsen, alsof je zonden niet vergeven zouden zijn. Die persoon zou zelf veroordeeld moeten worden, in de diepte van de zee, met een enorm blok om zijn nek (Mat. 18:6-7).

 

Werp ook geen struikelblok op voor anderen, zegt Jezus daarna. Je bent een waardig kind van God, dus hou je in. Geeft je hand aanstoot? Hak hem dan maar liever af. Geeft je oog aanleiding dat mensen zich veroordeeld voelen? Ruk hem dan maar uit. Beter dat, dan zelf door het hellevuur van veroordeling opgeslokt te worden (Mat. 18:8-9).

Laat dit duidelijk zijn: er is in Jezus geen enkele veroordeling (Rom. 8:1). Hou je dan ook ver van aanklachten, aanstoot, irritatie, ergenis, ongeloof, of alles wat kan leiden tot een sfeer van veroordeling.

Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen, maar neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hen niet te ergeren (Rom. 14:13).

Matteüs 18:1-14 Marcus 9:33-50 Lucas 9:46-50