Geen generatievloek

‘Ik zal vergeving schenken, zoals je vraagt.’

Numeri 14:20

Een generatie is een bevolkingsgroep die in haar vormingsjaren dezelfde dingen heeft meegemaakt. De woestijngeneratie van Israëlieten werd gevormd in Egypte. Al die mensen maakten de bevrijding mee, maar ze hielden een slavenmentaliteit: je moet je geluk verdienen. Daarom konden ze niet geloven dat God hen zomaar het beloofde land zou gunnen.

Nu dragen generaties eigenlijk altijd hun ervaringen over op volgende generaties. Die krijgen de rekening gepresenteerd. De Bijbel spreekt dan ook van een generatievloek.

‘De HEER is geduldig en trouw, schuld en misdaad vergeeft hij, al laat hij niet alles ongestraft en al laat hij voor de schuld van de ouders de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde’ (Num. 14:18).

Maar we zien dat Mozes een beroep doet op Gods genade om die vloek een halt toe te roepen.

Ik smeek u, toon uw grote trouw en vergeef dit volk zijn schuld, zoals u het steeds vergiffenis hebt geschonken, van Egypte af tot hier toe’ (Num. 14:19).

God gaat daar positief op in, al zal deze generatie het beloofde land niet zien.

De HEER antwoordde: ‘Ik zal vergeving schenken, zoals je vraagt’ (Num. 14:20).

De wet vraagt altijd om strafmaatregelen. Daarom zal deze generatie in de woestijn opgesloten blijven (Num. 14:21-23). Maar omdat God vergeving schenkt, kan Hij met hun kinderen met een schone lei verder gaan. Deze volgende generatie zal Hij wel het beloofde land binnen leiden.

‘Jullie kinderen, die volgens jullie zouden worden buitgemaakt, zal ik er wel brengen. Zij zullen het land dat jullie versmaad hebben, leren kennen’ (Num. 14:31).

Mozes roept de generatievloek dus een halt toe, door en beroep te doen op Gods genade. Hij lijkt daarin op Jezus, die genade op genade bracht, door deze vloek definitief tot een einde te brengen (Gal. 3:13).