82 Geen zorgen (overgave)

Wij maken ons veel te veel zorgen om onszelf. Echt, we zijn voortdurend bezig met vragen als hoe we bij anderen overkomen, hoe we gelukkig kunnen zijn, en of we wel krijgen waar we recht op hebben. We geven onszelf nog gelijk ook dat we ons druk maken over die dingen: je mag toch wel een beetje aan jezelf denken? Maar we beseffen wel dat die zorgen ons weinig goed doen. Je zit jezelf in de weg. Het leven is niet wat het zou kunnen zijn. Daarom zegt Jezus: “Maak je geen zorgen”. Nou, als dat zou kunnen…

Natuurlijk willen we dat. We willen op z’n minst over de baten en lasten die het leven geeft een positief saldo overhouden. Maar de onzekerheid over het behalen van die winst baart ons zorgen. We zijn daar zo mee bezig dat we allemaal min of meer verstrikt raken in onszelf. Popzanger Elton John zei dat eens treffend. Hij was verslaafd aan alcohol, cocaïne en vraatzucht. Na een jarenlange strijd raakte hij van die verslavingen af. Een hele prestatie, zou je zeggen. “Toch heb ik nog één probleem”, zei hij in een interview, “en dat probleem ben ik zelf.”

We zijn in zekere zin allemaal verslaafd aan onszelf. Bezorgdheid over onszelf maakt ons tot egoïsten. Misschien verborgen, maar toch. Die levensinstelling brengt weinig goeds voort. Jezus trok dan ook deze conclusie: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”. Tegelijkertijd gaf Hij ons deze raad om ons uit de spiraal van bezorgdheid en zelfzucht te halen: “Wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden” (Lucas 9:24).

Hoe laat je jezelf los?
Als loslaten de oplossing is om het leven dat God voor ons bedoeld heeft te vinden, hoe verlies je dan jezelf? Kijk eens hoe een kind opgaat in zijn spel. Het verliest zichzelf erin, want het geeft zich er helemaal aan over. Overgave is de sleutel om jezelf te verliezen. Wanneer je jezelf aan God overgeeft, laat je je zelfbeschikkingsrecht los. Hij mag voortaan bepalen hoe je bij anderen overkomt, hoe je gelukkig kunt zijn, waar je recht op hebt. Hij mag het voor het zeggen hebben.

Wat Hij vooral wil zeggen is hoeveel Hij van je houdt. En dat zijn liefde van niets afhankelijk is, behalve van zijn onvoorwaardelijke, standvastige keus voor jou…

Kijk wat er gebeurt als dat tot je doordringt. Langzaam slinkt de bezorgdheid over jezelf die je zo zelfzuchtig maakte. Omdat je God vertrouwt, hoef je niet meer zoveel met jezelf bezig te zijn. Je krijgt nu ook meer aandacht en liefde voor de mensen om je heen. Dat is precies zoals een christen moet zijn. Een christen die geen overgave kent, kun je daarom eigenlijk geen christen noemen.

Wie durft dat aan: God zijn of haar leven in handen geven? Dan moet je wel een grenzeloos vertrouwen in Hem hebben. Kunnen we Hem wel vertrouwen? Jazeker. Let maar eens op hoe Hij ons vertrouwen wil winnen. God vraagt om overgave, omdat Hij eerst zichzelf overgaf aan ons. Hij gaf Jezus. Zijn overgave nodigt ons uit om in dezelfde houding te komen die Hij voor ons aannam. Op die manier kan hij met ons mee gaan werken door zijn heilige Geest. Nu kan Hij bevestigen hoeveel Hij van ons houdt en ons daarin verder leiden. Zoals Paulus zegt in Romeinen 8 vers 32: “Zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met Hem niet alles schenken?”

Overgave in de praktijk
Hoe geef je jezelf aan God over? Het begint met jouw ja-woord. Je zegt tegen Hem dat je Hem wil leren vertrouwen en dat Hij het voor het zeggen mag krijgen in je leven. Daarna volgt er een portie huiswerk, want overgave is een kunst die je dagelijks moet beoefenen. Het vraagt om een regelmatige, consequente omgang met God. Bidden wordt jezelf uitspreken, maar ook luisteren naar Hem. Bijbellezen wordt een oefening om zijn richtlijnen te ontdekken en op te volgen. “Laat er met mij gebeuren wat U hebt gezegd,” zeg je met Maria (Lucas 1:38).

Voortdurend zullen zich in het christenleven situaties voordoen waarin de vraag klinkt of je weer je zelfbeschikkingsrecht laat gelden, of dat je God je leven toevertrouwt. Als je voor het laatste kiest, zul je moeten loslaten waar je je zorgen over zou kunnen maken. “Niet meer mijn ik,” zegt Paulus (Galaten 2:20). Je kunt een probleem hebben, verdriet dat je is aangedaan, een verstoorde relatie. Durf je God erin te betrekken en Hem te vragen het probleem van je over te nemen? Hij zal je helpen, maar je zult dan ook bereid moeten zijn om ermee te doen wat Hij je opdraagt. Je kunt een bijzonder talent hebben, waarmee je heel wat denkt te kunnen bereiken. Maar pas als je dat talent loslaat (en niet meer krampachtig probeert om jezelf te bewijzen) kan God het vormen zodat jouw talent aangenaam wordt voor anderen. Je kunt bijvoorbeeld ook allerlei plannen maken. Pas als je die loslaat kan God de mogelijkheden geven om ze op zijn manier uit te werken. Het komt erop neer dat we ons geen zorgen zullen maken.

Het geheim van een christenleven is overgave. Ik heb niets meer te verliezen (ik heb mezelf al verloren), zodat ik mijn energie kan besteden aan de zorg voor anderen…

Willem de Vink