83 Naaktheid

Waar God niemand meer iets doet, gaan mensen schaamteloos om met seks en geweld. Het lichaam wordt een lustobject, een wegwerpproduct. Je hoeft je nergens voor te verontschuldigen, voor niemand verantwoording af te leggen. Als de schaamte zoek is, kun je ook geen berouw verwachten. Maar het kan ook anders. Uit de  Bijbel weten we dat God herstel brengt als Hij aanknopingspunten vindt bij mensen die zich verootmoedigen. Vindt Hij zulke mensen in deze tijd?

Naakt wordt vaak in verband gebracht met zonden. Daarbij wordt gedacht aan de geschiedenis van de eerste mens in het derde hoofdstuk van Genesis. Maar een naakt lichaam is op zichzelf net zo zondig als een naakte appel. Het probleem zit dieper. In Genesis ontdekt de mens dat hij naakt staat tegenover God, omdat hij ergens bang voor is. ‘Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij’ (Genesis 3 vers 10).

Mooi naakt
Een naakt lichaam kan heel mooi zijn. Feitelijk is ieders lichaam mooi, want het vertelt een uniek levensverhaal dat om respect vraagt. Daarmee wil ik niet zeggen dat bloot altijd maar moet kunnen. Naakt heeft een exclusief karakter dat niet zomaar aan de openbaarheid prijsgegeven moet worden. Het hoort thuis in de beslotenheid van het gezin. Daar kan bloot bijvoorbeeld voor een bepaalde periode een vertrouwelijke functie vervullen tussen ouders en kinderen. En het communiceert tederheid en liefde in het huwelijk.

Naakt kan een gevoel van schoonheid oproepen wat kunstenaars proberen te bereiken, maar ook lustgevoelens, wat kan leiden tot misbruik. Iedereen is weleens door pornografie gegrepen. Het bestaan daarvan kunnen we niet negeren; we zullen ons moeten afvragen hoe we ermee omgaan. Met preutsheid of achterdocht breng je bloot in een heimelijke sfeer. Het is beter om duidelijk te zijn. Je helpt kinderen en tieners om onderscheid aan te brengen tussen schoonheid en pornografie door op een eerlijke en evenwichtige manier met bloot om te gaan. Daarbij is naakt niet verkeerd, maar schaamteloosheid wel, net als verborgen schuldgevoelens, omdat daar een verkeerde houding ten opzichte van naaktheid achter schuil gaat.

Schuld
Met wat voor ogen kijken we de wereld in? Het probleem van de mens en zijn vrouw in Genesis was niet dat zij er bloot bij liepen. Ze waren immers partners en er was geen concurrentie. Er ging een veel groter probleem schuil achter hun naaktheid. Zij voelden zich naakt omdat er geen bedekking was voor hun schuld nadat zij Gods afspraken hadden overtreden. De angst die door dit schuldgevoel veroorzaakt werd bracht hen ertoe om weg te kruipen buiten Gods blikveld.

Voor de eerste mens en zijn vrouw was hun naaktheid een probleem omdat zij iets te verbergen hadden. Zij wilden hun schuld bedekken en deden dat met vijgenbladeren. Maar dat was niet zo’n goed idee: die bladeren zouden snel verschrompelen. Schuld kun je niet verdoezelen; vroeg of laat komt alles aan het licht en zul je de gevolgen onder ogen moeten zien. Maar het Genesisverhaal is geen verloren geschiedenis. Ondanks de fatale keuze van de mens voor de zonde zoekt God naar een aanknopingspunt om herstel aan te bieden. Hij vindt dat bij het schaamtegevoel van de mens. Die was naakt. Hij wist het en hij schaamde zich. Daar kon God op ingaan.

Schaamte
Waar schaamte is komt God in actie. Hij wil onze schuld bedekken, zodat Hij toch kan blijven omgaan met mensen. Alles wat de mens doet om zijn schuld te camoufleren is ontoereikend. Maar wat God aanreikt is voldoende. Een dierenvel om de naaktheid van de mens te bedekken, zoals in Genesis 3. Een offerlam dat verzoening brengt voor de zonde, zoals in de geschiedenis van het volk Israël. Uiteindelijk gaf God zijn eigen Zoon voor onze schuld.

Stel je voor dat de eerste mens het niks had kunnen schelen. Dat hij gewoon in zijn nakie was doorgelopen. Had God hem dan nog kunnen bereiken? De redding van de mens en zijn vrouw was hun schaamte. Hadden zij ‘Nou en?’ gezegd, dan had God geen hemden van huiden hoeven te maken om hun schaamte te bedekken. Er was helemaal geen schaamte geweest. Hun trots had hun veroordeling betekend. Er is een voorwaarde verbonden aan Gods verzoeningswerk met mensen. Alleen bij schaamte en berouw reageert God met vergeving en herstel.

Ingeburgerd
Wat weten wij nog van schaamte? Op jonge leeftijd leren kinderen al zeggen: ‘Nou en?’. Je hoeft je nergens voor te schamen, je moet leren om voor jezelf op te komen en koste wat kost je gelijk proberen te halen. Of je goed of fout was telt niet. Over zonde hebben we het niet eens. In een maatschappij waarin schaamteloos gezondigd wordt kan God geen genade geven. Wat overblijft is de rampspoed die volgt als mensen losraken van God. Je ziet dat gebeuren in de tijd van Noach, waar mensen lachen om alles wat met God of gebod te maken heeft, totdat er een zondvloed op volgt. De Bijbel waarschuwt dat in de eindtijd opnieuw zo’n wereldwijde samenleving van onverschillige, zelfzuchtige mensen zal ontstaan, waarin de liefde is verkild.

Mentaliteitsveranderingen doen er een generatie over om ingeburgerd te raken. Ruim vijftig jaar geleden werd in Nederland het erotische naakt uit de taboesfeer getrokken. In tv-programma’s verschenen de eerste obscene beelden, toen nog onder luid gesputter van een groot deel van de bevolking. In dezelfde tijd was in ons land een moord nog een uitzondering die de voorpagina’s van de kranten haalde. We schrokken zelfs van een fietsdiefstal, we waren gewend het touwtje uit de brievenbus te laten hangen. Momenteel lachen we om die ouderwetse schutterigheid. Je hoeft naakt niet meer over de schutting te zoeken, je komt het tegen op de schappen van iedere supermarkt. Moordpartijen zien we dagelijks in meervoud in crimi’s. Het is normaal geworden, algemeen geaccepteerd.

Seks en geweld
Waar het schaamtegevoel verdwijnt, neemt de wetsovertreding toe. Seksuele vergrijpen en geweldsdelicten hebben vaak een direct verband. Worden de drempels om elkaars lichaam seksueel te penetreren steeds lager, dan neemt ook het gemak toe om op elkaar geweld uit te oefenen. De misdaadklok geeft aan dat er in ons land per minuut zeventien meldingen van mishandeling bij de politie binnenkomen en ieder anderhalf uur een ernstig seksueel delict. Om de paar dagen wordt er wel ergens iemand vermoord. We halen er onze schouders over op; we zijn de schaamte voorbij. Maar we zien ook een kentering. Er wordt protest aangetekend: nu we de grenzen hebben opgezocht moeten we opnieuw grenzen leren aangeven.

We leren onze kinderen sorry zeggen. Maar voelen wij zelf wel de diepe schuld die we op ons laden met onze onverschilligheid? In ons rechtssysteem draait het maar om één ding: geef niet toe. Het is opvallend hoe in reportages van rechtszaken verkrachters en allerlei andere soorten criminelen met hun kin vooruit de camera’s inkijken. We weten niet hoe iemand berouw kan tonen. Eigenlijk weten we het wel: op de knieën, diep voorovergebogen. We weten het, maar we hebben het nog nooit gezien. Thuis niet en niet in onze kerken. Onze voorgangers zijn ons er niet in voorgegaan. De heiligheid van God is ons vreemd en de zware last van de zonde wuiven we weg. We schamen ons niet, dus kennen we ook geen oprecht berouw.

Herstel in waardigheid
Niemand wil naakt te kijk gezet worden. Het is ongelofelijk dat Jezus dat wel toestond. Hij werd naakt opgehangen op het kruispunt van wegen, daar boven op die heuveltop net buiten de stad. Daar onderging Hij de schaamte die wij zouden moeten voelen. God doorkruiste ons onvermogen om onze naaktheid te erkennen door zelf te tonen wat dat is.

Die naakte waarheid maakt duidelijk dat wij onmogelijk voor Gods aangezicht kunnen verschijnen. Als we Jezus zien, moeten we ons alsnog schamen. Wie zijn wij tegenover een heilige God? We hebben geen enkele verontschuldiging. Maar wat bij mensen onmogelijk is, brengt God tot stand. Hij reageert op onze schaamte met herstel. Hij geeft Jezus, die onze naaktheid wil bedekken. Paulus spreekt hierover in Galaten 3: 27:  ‘Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.’ Het is mogelijk om weer met God op te trekken en te leren elkaars lichaam te eren. In Openbaring 3 vers 4 horen we uit de mond van Jezus: ‘Zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, omdat zij het waardig zijn.’

Willem de Vink