Geen zweet, geen stress

‘Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.’

Openbaring 19:8

Het woord priester betekent gewoon ‘hij die dienst doet’. De dienstkleding van een priester is eenvoudig. Een linnen onderbroek met daar overheen een linnen tuniek, een linnen gordel en een linnen hoofddoek. En allemaal wit. Zo wil God dat (Ex. 28:40-42).

Waarom wit linnen? Het geeft de priesters waardigheid en aanzien, zegt God. Wit spreekt immers van zuiverheid, reinheid, heiligheid. Je bent door God zelf goedgekeurd voor zijn dienst. En linnen is een stof waarin je niet zweet. Je werkt wel, maar vanuit rust, zonder gezwoeg, zonder moeite, omdat Hij alles al volbracht heeft.

Ze mogen niets aanhebben waarvan men gaat zweten (Ezech. 44:18).

Jazeker, want Jezus heeft zelf alles afgemaakt wat was blijven liggen. Alles rechtgezet en goedgemaakt. Daarom hoeven we alleen nog maar te doen wat Hij al voor ons heeft klaargemaakt.

Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid (Ef. 2:10).

Wat Hij voor ons heeft voorbereid om te doen herken je, omdat er geen gezwoeg of stress op ligt. God wil dat je leeft vanuit rust. Zonder zweet. Zonder zorgen. Zonder angst voor falen, afwijzing, negatieve gevolgen. Dat is je waardigheid en aanzien.

Daarom kleedt Jezus zijn bruid in linnen. Zo ziet Hij haar bezig. Alles wat zij doet is goed.

‘Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen. Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen’ (Op. 19:8).

Tip – Oefen je om Gods voorbereidende werk te herkennen: Hij leidt je zacht, soepel en vanuit rust (Mat. 11:30).