Geloof het, zeg het, ontvang het

‘Geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen.’
Marcus 11:24

Rachab werd opgenomen in Gods volk en mocht genieten van alle voorrechten die God hen gunt in het beloofde land. Waarom? Omdat ze in Gods beloften geloofde en dat geloof ook uitsprak. Ze zei dat God zijn volk het beloofde land al had gegeven – al stond het nog maar aan de grens en keek het tegen enorme muren op (Joz. 2:9).

Door haar geloof ontving de hoer Rachab de verkenners gastvrij in haar huis en is ze niet met de ongehoorzame bewoners van haar stad omgekomen (Hebr. 11:31).

Met haar geloofsuitspraak gaf Rachab dus te kennen wat ze in haar hart geloofde. Dat was haar redding en dat is de onze.

Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered (Rom. 10:10).

Haar geloofsuitspraak gebruikt Jakobus als een voorbeeld om te laten zien dat geloof zonder werken niks waard is. Jakobus wijst ons in zijn brief op de macht van de tong. Het geloof gaat pas werken als je je ook uitspreekt.

Werd niet ook Rachab, de hoer, rechtvaardig verklaard om wat ze deed, toen ze de verkenners ontving en langs een andere weg liet vertrekken? (Jak. 2:25).

Rachab mocht dus genieten van alles wat God zijn volk in het beloofde land gunde. Ze ontving alle ruimte van God (dat betekent haar naam dan ook). Je ziet bij haar bevestigd wat Jezus zegt over de werking van het geloof.

‘Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen’ (Marc. 11:24).

Tip – Spreek je geloof uit: dat maakt je ontvankelijk voor alles wat God je zo graag gunt.