Genade plaatst je naast zondige mensen

Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen.
Johannes 17:15a


Genade plaatst je naast andere mensen, midden in de wereld, midden in de zonde. Je zondert je niet af in je eigen heiligheid. Je laat je ook nergens op voorstaan: je hebt niets aan jezelf te danken. En je veroordeelt niemand: je staat naast mensen die dezelfde genade nodig hebben als jij.

Mensen die doordrongen zijn van Gods genade zijn verdraagzaam zoals God verdraagzaam is. Hij heeft ons uitgekozen, ondanks onze zonden; Hij kan ook anderen uitkiezen, ondanks hun zonden. Die genade helpt ons om in de wereld te staan, zonder te veroordelen.  

Jezus bidt dan ook dat we midden in de wereld zullen staan, maar wel onder Gods bescherming: ‘Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of u hen wilt beschermen tegen de duivel’ (Joh. 17:15).

Aan wat voor bescherming denkt Jezus hier? Veel christenen hebben geprobeerd Jezus een handje te helpen door zich af te sluiten voor de wereld. Sindsdien waren ze in de wereld nergens meer te bekennen. Hun zogenaamde heiligheid werd een verdienste waar ze trots op waren, maar daarmee verspeelden ze Gods genade en raakten ze ook nog verwijderd van hun gelijken in de wereld.

Jezus bidt niet om bescherming tegen de wereld, maar tegen de duivel. Die probeert je een gevoel van schuld en schaamte op te dringen. Maar ben je vol van genade, dan heb je er geen moeite mee om midden in de wereld te staan tussen andere zondige mensen. Je maakt je geen zorgen om jezelf: je bent er voor de ander.