Gewoon vragen

 

‘Als u wist wat God wil geven.’

Johannes 4:10

Je kunt zomaar midden in je bestaan Jezus ontmoeten. Misschien zit je te tobben over iets, vermijd je contact omdat je er niet uit bent. En dan is Jezus daar. In de routine van alledag herken je Hem niet eens direct, zo plotseling is Hij er. Maar er flitst een gedachte door je heen. Alsof er een vraag klinkt.

 

 

‘Je zou Mij kunnen vragen …’

Jezus vragen in jouw situatie? Hem om hulp vragen? Zou Hij een oplossing kunnen geven voor jouw probleem? Je hebt nooit gedacht dat Hij zo concreet bij jouw situatie betrokken zou kunnen zijn.

Zoals de vrouw bij de put, die zich niet kan voorstellen dat Jezus levend water uit de bron tevoorschijn kan halen.

‘U hebt geen emmer en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen?’ (Joh. 4:11).

De put is diep. Jouw probleem is groot. De oplossing lijkt onbereikbaar. En wat kan Jezus daar dan aan doen? Hij heeft vast geen emmer om de oplossing op te halen. O nee? Als Jezus nou eens heel diep kan gaan? En als Hij zelf de emmer is?

Want zo is het: Jezus is dieper gegaan dan ons diepste probleem, verder dan onze grootste zonde. Dat heeft Hij allemaal op zich genomen. Hij is ook vol van Gods Geest, en die wil Hij overgieten in ons bestaan. Als Hij ons probleem vol laat lopen met zijn Geest, gaat er een oplossing tevoorschijn stromen die de kwaliteit van eeuwig leven heeft. En Hij geeft!

‘Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft’ (Joh. 4:14).

Johannes 4:1-42