Jezus vervult jouw verlangens

 

‘Geef mij dat water, heer.’

Johannes 4:15

Jezus praat met een vrouw bij een put, middenin Samaria. Deze vrouw komt op het heetst van de dag water halen, omdat ze het contact met dorpsgenoten wil mijden. Al snel spreekt Jezus haar aan op haar behoeften. Hij weet dat ze een diep verlangen heeft. Ze is teleurgesteld in mannen en gelooft niet dat ze ooit nog geluk zal krijgen.

 

 

‘Wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen’ (Joh. 4:14).

Dat is raak. Nu is ze een en al oor. Ze vraagt naar de messias, die alles zal zeggen wat een mens nodig heeft. Jezus zegt: ‘Dat ben ik, die met u spreekt’ (Joh. 4:26).

Die ene ontmoeting met Jezus maakt een ander mens van deze vrouw. Ze is vol van Jezus en daardoor ook weer vol goede moed. Ze gaat terug naar haar dorp en vertelt aan iedereen dat ze de messias gevonden heeft (Joh. 4:28-30). Door haar getuigenis komt het halve dorp tot geloof (Joh. 4:39).

Wat een verandering door één ontmoeting met Jezus. Eerst was deze vrouw zonder hoop, teruggetrokken, verbitterd door haar vruchteloze pogingen om te krijgen wat ze verlangde. Nu is ze vol van Jezus, daar treedt ze trots mee naar buiten en dat levert massa’s nieuwe vrienden op die allemaal net zo enthousiast worden als zij. De Samaritanen noemen Jezus nu zelfs ‘de redder van de wereld’ (Joh. 4:41).

Je ziet hier Jezus’ woord explosief in vervulling gaan: ‘Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft’ (Joh. 4:14).

Johannes 4:1-42