Gods programma met de geslachten

Dit is de lijst van Adams nakomelingen.
Genesis 5:1


Het goede nieuws in de eerste hoofdstukken van Genesis is dat God verder gaat met zijn mensen. ‘God heeft mij in plaats van Abel, die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven,’ zegt Eva als Set wordt geboren (Gen. 4:25). En als Adam en Eva hun eerste kleinkind Enos krijgen, roepen ze Gods naam aan: Hij zal er zijn, Hij zal verder met ons gaan!

Ons kleinkind is het bewijs! (Gen. 4:26).

En zo zien we dat God het huwelijk zegent als tegenbeeld van de dood. Telkens als er een kind geboren wordt toont God aan dat Hij vóór het leven is en vóór de voortgang ervan.

De geslachtsregisters in de Bijbel benadrukken dan ook Gods programma met mensen. Op het eerste gezicht lijken ze weinig betekenisvol. Iemand wordt geboren, krijgt een aantal kinderen en sterft daarna. Dat is ook het dreuntje in Genesis 5. Maar toch spreekt er gestage hoop uit.

God bouwt met generaties de toekomst in naar het moment dat het leven de overhand krijgt. De geslachtsregisters monden namelijk uit in de komst van Jezus. En hoewel Jezus afstamt van een enorme lijst voorouders (Mat. 1:1-18, Luc. 3:23-38), blijft Hij niet hangen in die lijn. Hij staat op uit de dood! En met dat Hij opstaat, schept Hij de mogelijkheid dat massa’s mensen met Hem zullen opstaan. Gods plan dat de aarde vol zou worden van zijn kinderen (Gen. 1:28) vindt doorgang dankzij Jezus.

Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. Door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde (Jes. 53:10).

Ook wat God met jou wil is dankzij Jezus nu al helemaal geslaagd. Hij heeft je opgenomen in zijn hemelse stamboom. Je bent verbonden met al die mensen door de eeuwen heen die vol zijn van Gods heerlijke toekomst.