Groei – Jij ruikt goed

En de rook van het reukwerk, mét de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Gods aangezicht op. Openbaring 8:4 (NBG ’51)

Onze neus is misschien wel ons gevoeligste zintuig. De reukzin stimuleert het geheugen. Geuren roepen verhalen op.

In de tempel werd de reukzin bediend met het aroma van wierook. Een priester verbrandde dagelijks wierook op het brandofferaltaar. De geur verspreidde zich in wolken door het heilige (Exodus 30:7-8).

Eén keer in het jaar droeg de hogepriester de wierook in een vuurbak het allerheiligste binnen, waar God woonde, want ook Gods reukzin moest bediend worden. God wilde de gebeden die de hogepriester namens het volk uitsprak als een zoete geur in zich opnemen (Leviticus 16:12-13).

De wierook is dus een beeld van onze gebeden. Ze zijn een zoete geur voor God (Psalm 141:2).

Het huis van God is momenteel de gemeente die gefundeerd is op genade. Die is doortrokken van aanbidding en gebeden. De hele aarde zal daarvan vervuld raken (Openbaring 5:8, 8:3-5).

Ook ons lichaam is Gods woning. Wanneer we bidden dringt de geur daarvan door in heel ons bestaan. Wij zullen geuren van Jezus (2 Korintiërs 2:14).

Geen van jouw gebeden is zinloos. Elk is voor God als een welriekend reukwerk, omdat Jezus voor je instaat als hogepriester. Hij brengt jouw gebeden geheiligd en gereinigd voor God (Hebreeën 4:12-16, 7:25-28).

God wil dat we zullen bidden. Omdat zijn Geest dan in ons in beweging komt om ons te vertellen wat Hij op zijn hart heeft. We gaan met Hem meedenken en handelen namens Hem (1 Korintiërs 2:9-16, 2 Korintiërs 2:14-16). Intiem gebed maakt ons tot koningen en priesters (Openbaring 5:8-10).

Stiltetip – Blijf in de stilte bij Jezus komen. Blijf bidden. Zie en zeg: ‘Ik ben een aangename geur voor U’.