Hart – Een nieuw hart

‘Een nieuw hart zal Ik u geven.’
Ezechiël 36:26

De profeten kondigden een nieuw begin aan. God zou een nieuw verbond met mensen sluiten. Hij zou ons een nieuw hart schenken.

‘Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal ik uit uw lichaam verwijderen en ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal ik in uw binnenste geven’ (Ezechiël 36:26-27).

Het oude verbond was gebaseerd op de wet. Hield jij je aan de afspraken, dan zou God zich aan de afspraken houden. Zo niet, dan moest je daarvoor boeten en offers brengen. Je werd voortdurend herinnerd aan je tekorten.
Het nieuwe verbond is gebaseerd op genade. God laat het niet meer van ons afhangen, maar alleen van zichzelf. Hij keert alles ten goede.
Wat wij niet konden, heeft God gedaan. Hij heeft ons een nieuw hart gegeven. Het oude hart had zich verhard, omdat het nooit kon voldoen. Het was van steen. Het nieuwe hart is van vlees. Het leeft het leven dat Jezus mogelijk heeft gemaakt en kan voortdurend door Hem gevormd worden.

In het oude hart kon Gods Geest niet wonen. De zonde stond dat in de weg. In het nieuwe hart woont Gods Geest onafgebroken. De zonde is geen probleem meer, omdat Jezus daar de oplossing voor is geworden. Daarom kan de Geest de kwaliteit van Jezus in ons binnenste uitwerken. Het wordt nu voor iedereen leesbaar wat – nee, wie! er in ons hart leeft.

U bent een brief van Christus, door de Geest in het hart gegrift (2 Korintiërs 3:3).

Stiltetip – Concentreer je weer op je hart. Op je nieuwe hart, waar Jezus in woont. Zie en zeg: ‘U woont in mijn hart’.