Hemel – De hemel vraagt om overgave

Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Openbaring 1:17a

In ons voorstellingsvermogen leeft een verlangen naar de hemel. Het is ons ver- langen naar het volmaakte. Volmaakte vreugde, volmaakte liefde, een volmaakte persoon, een volmaakte plek. Dit verlangen speelt zich af in onze verbeelding. Daarom kunnen rationele overwegingen ons niet helpen om erbij te komen. Het is een verlangen dat buiten onszelf ligt. Het wordt dan ook geroofd als we teveel met onszelf bezig zijn.

Het zuivere voorstellingsvermogen is onzelfzuchtig, omdat het op de ander gericht is. Volmaakte vreugde wordt in ons opgewekt door wat we aangereikt krijgen. Onze verbeelding wil aangeraakt worden door genade.

Op sommige momenten vangt je verbeelding iets op dat hoger, rijker, voller is dan je zou verwachten. Er springt een flits van de hemel in je op. Het is niet de hemel zelf, het is een weerspiegeling ervan, een weerklank. Maar het getuigt ervan. Zonder dat je ernaar zocht kwam het als een moment van genade bij je binnen. Als een hemelmoment.

Wat je voor je ziet, vervult je met vreugde en ontzag, zodat je jezelf vergeet en erin opgaat. Je geeft jezelf eraan over. Overgave is de enige reactie die past bij zo’n ont- moeting. Genade vraagt om overgave. Je mag je overgeven aan Jezus.

Jezus deed het voor omdat hij de vreugde voor zich zag (Hebreeën 12:2).

Die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven (Galaten 2:20b).