Hemel – De ooievaar kent de tijd – en jij?

De ooievaar aan de hemel, de tortelduif en de gierzwaluw kennen de tijd van hun trek. Jeremia 8:7a

In het Hebreeuws heet de ooievaar ‘chasidah’. Dat betekent weldoener. De ooievaar is dan ook een zorgzame vogel. We gebruiken hem niet voor niets als symbool bij de geboorte van een kind.

Zijn naam komt van het woord ‘chesed’, genade. De ooievaar is dan ook een trekvo- gel die met zijn migratie vertelt hoe genade werkt. Om die reden onderscheidt hij zich van andere vogels. Hij kent namelijk niet zijn tijd, maar zijn tijden (zoals je in de Statenvertaling kunt lezen).

Zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif, en kraan, en zwaluw, nemen den tijd hunner aankomst waar (Jeremia 8:7, SV).

Tijden in meervoud voor de ooievaar dus, omdat hij niet zoals andere vogels dezelfde weg heen en terug neemt, maar langs verschillende routes komt en gaat. In het voor- jaar zie je ze over het westen van Israël vliegen. In het najaar gaan ze via het oosten. Daarom moeten ze de seizoenen goed onderscheiden. En dat is dan ook typisch het kenmerk van mensen die Gods genade kennen. Ze weten dat die per tijd verschilt.

Jezus maakt de mensen in Jeruzalem het verwijt dat ze de seizoenen niet kennen. Ze willen dat alles blijft zoals het was.1 Maar de ooievaar kan je vertellen dat we een toekomst tegemoet gaan waarin alles nieuw zal zijn!

1 Luc. 12:54