Hemel – Hoe weet je zeker dat je in de hemel komt?

‘Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven.’ Johannes 10:28

Alles raakt vroeg of laat bedorven. Alles gaat kapot of vergaat. Op den duur wordt niets er mooier op. Allemaal gaan we een keer dood. De zonde lijkt een onuitroei- bare macht. Maar Jezus redt ons daaruit.

In de hemel kan geen zonde bestaan. Geloof je dat Jezus jouw zonden heeft weg- genomen toen hij die op zich nam, dan weet je ook dat je in de hemel thuis mag zijn. Vergeving is de sleutel. Het werk dat Jezus heeft volbracht is een werk met een eeuwige invloed.1 Zijn vergeving is er altijd voor iedereen. Nu al, altijd. Daarom weet je dat je eeuwig leven hebt ontvangen. Je weet het, omdat je begrepen hebt hoe graag Jezus jou aan zijn hart drukt. En ook hoe graag God de Vader jou vasthoudt. Samen garanderen ze jouw eeuwige redding. Dat benadrukt Jezus dan ook als hij het over zijn schapen heeft. Tot twee keer toe!

‘Niemand zal ze uit mijn hand roven’ (Johannes 10:28b).

‘Niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven’ (Johannes 10: 29b).

Hoe weet je zeker dat je in de hemel komt? Omdat je God kent én Jezus.

‘Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus’ (Johannes 17:3).

1 Joh. 19:30